OPZOEKBOEK
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
geleedpotige
Amfibieën
Reptielen
Slide 2 - Drag question
Wat zijn herbivoren?
A
Alles eters
B
Vlees eters
C
Planten eters
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je een vrouwelijke cavia?
A
Zeug
B
Beer
C
Teef
D
Hen
Slide 4 - Quiz
Wat betekend fokrijp?
A
lichamelijk en mentaal voldoende ontwikkeld is om veilig te kunnen voortplanten
B
Leeftijd wanneer een mannetje het vrouwtje kan bevruchten
C
Leeftijd wanneer een dier jonge mag krijgen
D
Weet ik niet
Slide 5 - Quiz
Wat betekend geslachtsrijp
A
geslachtsorganen volledig ontwikkeld om voort te planten
B
Het dier mag zich voortplanten
C
Het dier kan zich voortplanten
Slide 6 - Quiz
Nestblijvers
Nestvlieders
zijn na de geboorte nog volledig afhankelijk van hun ouders en blijven dan ook nog een tijdje in het nest.
zijn direct na de geboorte al in staat om (deels) voor zichzelf te zorgen
Slide 7 - Drag question
Waar of niet waar
De naam van een gecastreerd dier zijn altijd het zelfde.
De naam van een gecastreerd dier zijn altijd het zelfde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat betekend een levens verwachting?
A
Verwachting hoeveel jaren een dier nog leeft
B
Verwachting hoeveel dieren er leven in NL
C
Verwachting hoeveel levens er in een buik groeien
D
verwachting hoe oud een dier word
Slide 9 - Quiz
Wat betekend speenleeftijd?
A
Wanneer een jong stopt met zogen
B
Wanneer een jong de speen van moeder niet wil
C
Wanneer een jong begint met zogen
D
Wanneer een jong niet durft te zogen
Slide 10 - Quiz
Zijn dit nestblijver of nestvlieders?
A
Nestblijvers
B
Nestvlieders
Slide 11 - Quiz
Nestblijvers
Nestvlieders
