Nederland Waterland paragraaf 7.2

Nederland Waterland
Les 1 online B2C
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Nederland Waterland
Les 1 online B2C

Slide 1 - Slide

Les via Lessonup: 
- log in op je telefoon via de website: https://lessonup.app
- download de lessonup app op je telefoon. 

Voer de code van de les in en gebruik je eigen naam!

Slide 2 - Slide

Wat verwacht ik van jullie voor NST deze 2 weken? 
- De praktijklessen vallen uit. 
- De theorielessen gaan wel door. Daar ben je aanwezig en maak je het huiswerk wat ik opgeef. 
- Voor de praktijklessen ga je aan de slag met 1 opdracht: 
De 1e opdracht van de nieuwe opdracht

Slide 3 - Slide

1e opdracht nieuwe opdracht Brug en Stoplicht
Kijk voor meer informatie op Its Learning bij bronnen van hoofdstuk 7. 

Slide 4 - Slide

Herhaling van 7.1......
Wat is belangrijk van paragraaf 7.1?

Slide 5 - Slide

Wat voor een 'soort' water is dit?

Slide 6 - Open question

Wat betekent dit bord?

Slide 7 - Open question

Wat zijn de verschillende fases van water?

Slide 8 - Open question

Faseovergangen

Slide 9 - Mind map

Welke 2 faseovergangen vinden er plaats in de waterkringloop en waar vinden deze overgangen plaats?

Slide 10 - Open question

7.2 Leerdoelen
  • Ik kan de scheidingsmethode bezinken en afschenken omschrijven.
  • Ik kan de scheidingsmethode filtreren uitleggen.
  • Ik kan uitleggen wat een suspensie is en een voorbeeld noemen. 
  • Ik kan vertellen wanneer een voorwerp zinkt, zweeft of drijft in water =       
     dichtheid

Slide 11 - Slide

Suspensie
Een suspensie is een mengsel van vaste stof met een vloeistof 
bijvoorbeeld Jus d'orange.
Die vaste stof is 
niet oplosbaar.
 Een suspensie is troebel.

Slide 12 - Slide

Bezinken
  • wanneer kan je dit
       gebruiken?

  • bij een suspensie
  • dus een vaste stof in een vloeistof
  • wat achterblijft is het residu

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Filtreren
  • voorbeeld:
  • koffiezetten
  • is gebaseerd op:
  • verschil in deeltjesgrootte



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wanneer zweeft, zinkt of drijft een voorwerp in water?

Slide 17 - Slide

Dichtheid
Heeft het voorwerp een grotere dichtheid? 
- voorwerp zinkt
Heeft het voorwerp een kleinere dichtheid? 
- voorwerp drijft
Heeft het voorwerp een dichtheid ongeveer gelijk aan? 
- voorwerp zweeft. 

Slide 18 - Slide

Aan het werk
Maak voor volgende week af: 
- opgaven 18 t/m 23 uit je werkboek.




Volgende week gaan we verder met paragraaf 7.3!


Slide 19 - Slide