Par. 2 - zuivere stoffen en mengsels

1. Terugblik 2.1 en 2.2 deel 1
2. Uitleg H2 par. 2.2 deel 2
3. Demo experiment 
4. Zelfstandig werken 
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1. Terugblik 2.1 en 2.2 deel 1
2. Uitleg H2 par. 2.2 deel 2
3. Demo experiment 
4. Zelfstandig werken 
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Hoe herken je de stof?

Slide 3 - Slide

Paragraaf 2
Zuivere stoffen 
en mengsels

Slide 4 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik:
het verschil uitleggen tussen 
een oplossing en een suspensie
uitleggen wat een molecuul is
het verschil uitleggen tussen 
zuivere stoffen en mengsels
uitleggen hoe filtreren en extraheren werkt

Slide 5 - Slide

Zuivere stoffen

Slide 6 - Slide

Mengsels

Slide 7 - Slide

Mengsels
Stoffen
Zuivere stoffen
Suspensie
Oplossing

Slide 8 - Slide

Suspensie
"Schudden voor 
gebruik"

Slide 9 - Slide

Oplossing

Slide 10 - Slide

Wat zijn moleculen?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Mengsels scheiden
Extraheren
Filtreren
Oplosmiddel
Geur, kleur en smaak
Filtraat
Residu

Slide 13 - Slide

Extraheren

Slide 14 - Slide

Filtreren

Slide 15 - Slide

Zuivere stoffen bestaan uit dezelfde moleculen.
Mengsels bestaan uit verschillende moleculen.
- Een suspensie blijft niet gemengd.
- Een oplossing blijft wel gemengd.

Een mengsel kun je scheiden door te extraheren 
of te filtreren. Bij extraheren komt geur, kleur en smaak terecht in het oplosmiddel. Bij filtreren wordt het filtraat en het residu gescheiden.

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken

Nakijken opg. 11,12, 14 en 15
Lezen 2.2
maken opg. 13,16,17,18 en 19

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

1) Leg uit wat een molecuul is

Slide 19 - Open question

2a) Hoe wordt een stof genoemd die uit verschillende soorten moleculen bestaat?

Slide 20 - Open question

2b) Hoe wordt een stof genoemd die uit dezelfde soorten moleculen bestaat?

Slide 21 - Open question

3a) als je koffie zet gebruik je water als oplosmiddel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

3b) Oplossingen zijn altijd kleurloos (zoals water)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

3c) Een suspensie blijft op den duur niet perfect gemend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

3d) Een suspensie is helder. Je kunt erdoorheen kijken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

3e) suspensies en oplossingen zijn geen zuivere stoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

3f) de meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Vul het juiste woord in.
4a) In gemalen koffie zitten allerlei verschillende geur- en .......

Slide 28 - Open question

Vul het juiste woord in.
4b) Deze stoffen lossen op als je ....... over gemalen koffie giet

Slide 29 - Open question

Vul het juiste woord in.
4c) De stoffen die niet in het water oplossen, blijven achter in het .....

Slide 30 - Open question

Vul het juiste woord in.
4d) De vers gezette koffie in de koffiepot noem je het .......

Slide 31 - Open question

Vul het juiste woord in.
4e) De koffieprut in het filter noem je het ......

Slide 32 - Open question

5a) Thee met suiker is een oplossing/suspensie, want de vloeistof is troebel/helder. De vloeistof blijft wel/niet goed gemengd.

Slide 33 - Open question

5a) Thee met suiker is een oplossing/suspensie, want de vloeistof is troebel/helder. De vloeistof blijft wel/niet goed gemengd.

Slide 34 - Open question

5b) Sinaasappelsap is een oplossing/suspensie, want de vloeistof is troebel/helder. De vloeistof blijft wel/niet goed gemengd.

Slide 35 - Open question

5c) Energiedrank is een oplossing/suspensie, want de vloeistof is troebel/helder. De vloeistof blijft wel/niet goed gemengd.

Slide 36 - Open question

5d) Karnemelk is een oplossing/suspensie, want de vloeistof is troebel/helder. De vloeistof blijft wel/niet goed gemengd.

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

6a) Waaraan zie je dat het witte poeder niet is opgelost?

Slide 39 - Open question

6b) Welk soort mengsel is er na het schudden ontstaan? Een oplossing of een suspensie?

Slide 40 - Open question

6c) Wat is er na een uur met het witte poeder gebeurt?

Slide 41 - Open question

Met een theezakje kun je snel een kop theezetten. Wat is in deze situatie:
7a) het oplosmiddel?

Slide 42 - Open question

Met een theezakje kun je snel een kop theezetten. Wat is in deze situatie:
7b) het filter?

Slide 43 - Open question

Met een theezakje kun je snel een kop theezetten. Wat is in deze situatie:
7c) het filtraat?

Slide 44 - Open question

Met een theezakje kun je snel een kop theezetten. Wat is in deze situatie:
7d) het residu?

Slide 45 - Open question

Ik kan het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels
0100

Slide 46 - Poll

Ik kan het verschil uitleggen tussen een oplossing en een suspensie
0100

Slide 47 - Poll

Ik kan het verschil uitleggen tussen filtreren en extraheren
0100

Slide 48 - Poll

Ik kan uitleggen wat een molecuul is
0100

Slide 49 - Poll