Clase híbrida 21/04: perfecto + indefinido

¡Bienvenidos!
Hoy es el 21 de abril de 2021
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
Hoy es el 21 de abril de 2021

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

SO Zinnen schrijven
  • voca 3.1 3.2 3.3 N-S
  • roze ww blad 25 t/m 50 S-N
  • ALLE grammatica tot nu toe, dus:
    - indefinido, perfecto, futuro, gerundio
    - tegenwoordige tijd (regelmatige + onregelmatige ww)
    - wederekerende werkwoorden
    - gustar
    - hay/ser/estar
    - voorzetsels
    - vraagwoorden
    - aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden
    - bijvoegelijke naamwoorden
Wanneer? Woensdag 2 juni en/of donderdag 3 juni

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programa
Perfecto

óf 

Indefinido

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de Perfecto vervoegen en toepassen in een zin
- Je kunt de Indefinido vervoegen en toepassen in een zin 
- Je begrijpt het verschil tussen deze twee verleden tijden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Perfecto
Gaat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER en kan dus nooit alleen staan!!!! 
vb. He hablado 

Er zijn een aantal onregelmatige ww (zie volgende slide)

Bij wederkerende ww komt het wederkerende deel vooraan het werkwoord te staan!! vb. Ducharse - Me he duchado

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Perfecto (uitzonderingen)
abrir - abierto
decir - dicho
escribir - escrito
ir - ido
hacer - hecho
poner - puesto
ver - visto
volver - vuelto
romper - roto
ser - sido
morir - muerto

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gebruik (perfecto)
De presente perfecto wordt gebruikt om gebeurtenissen uit het verleden aan te duiden die zich nog in dezelfde tijdsvak als nu bevinden en die een verband hebben met het heden. 

Het wordt ook gebruikt als er een tijdsbepaling met este of esta in de zin staat.

Hoy he visto a Carla.                                                  - Ik heb Carla vandaag gezien.
Esta semana han comprado la casa.                - Deze week hebben ze het huis gekocht.

Zie de volgende slide voor een aantal signaalwoorden van de perfecto.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden (perfecto)
NUNCA = NOOIT                                                 SIEMPRE = ALTIJD
MUCHAS VECES = VAAK                                ALGUNA VEZ = OOIT/WEL EENS
A VECES = SOMS                                               YA = AL
HOY = VANDAAG                                                TODAVÍA = NOG
UNA VEZ = EEN KEER                                      ESTA MAÑANA = DEZE OCHTEND
DOS VECES = TWEE KEER                             ESTE AÑO = DIT JAAR
                                                                                  ESTE FIN DE SEMANA = DIT WEEKEND


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tarea oral
Geef antwoord op de volgende vraag: ¿Qué has hecho este fin de semana? 
  • Vertel dit in 5 zinnen; gebruik complete zinnen
  • Gebruik de Presente Perfecto
  • Maak gebruik van voorzetsels: a, de, en, por, para, con
  • Gebruik evt. een woordenboek
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Met klas klassikaal bespreken:
¿Qué has hecho este fin de semana? = Wat heb je dit weekend gedaan?

a= naar
de= uit/van
en= in/met de (vervoer)
con= met
por= door/per/bij dagdelen (por la noches etc.)
para= voor

Opdracht eerst individueel laten maken, daarna in tweetallen dit aan elkaar vertellen; naar elkaar luisteren, elkaar evt. corrigeren/verbeteren. Mensen thuis (online) geef ik in die tussentijd de beurt. 
Indefinido Regelmatig
Let op! : De wij-vorm (trabajamos/ comimos/ vivimos = wij werken/ wij werkten, enz.) van de Indefinido is bij de ww op -ar en ww op -ir hetzelfde als die van de wij-vorm van de Presente (tegenwoordige tijd).

Let op: bij ww op -er is de nosotros-vorm wel afwijkend. Uit de context kun je opmaken om welke tijd het gaat.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Indefinido Onregelmatig

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wederkerende werkwoorden (indefinido)
De plaats van het meewerkend voornaamwoord is vóór het vervoegde werkwoord.

Voorbeeld: ducharse (douchen)
Voorbeeld: Miguel se duchó (= zichzelf aan het douchen)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gebruik (indefinido)
De pretérito indefinido wordt gebruikt om gebeurtenissen uit het verleden aan te duiden die ‘afgesloten’ zijn (van korte duur) en geen verband houdt met het heden.
 
Ayer vi a Carla.                               - Gisteren zag ik Carla.
Mi abuela murió en 1995.         - Mijn oma stierf in 1995.

Zie de volgende slide voor een aantal signaalwoorden van de indefinido.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden (indefinido)
AYER = GISTEREN                                             LA SEMANA PASADA = VORIGE WEEK
ANOCHE = GISTERAVOND                            EL MES PASADO = VORIGE MAAND
ANTEAYER = EERGISTEREN                          EL AÑO PASADO = VORIG JAAR
EN 1998 = IN 1998                                             EL VERANO PASADO = VORIGE ZOMER
EN ENERO = IN JANUARI                                EL OTRO DÍA = PAS/ONLANGS/LAATST 
HACE UNA SEMANA = EEN WEEK GELEDEN
HACE UN MES = EEN MAAND GELEDEN
HACE UN AÑO = EEN JAAR GELEDEN

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tarea INDEFINIDO + PERFECTO
- Ga in Classroom aan de slag met de tarea 'INDEFINIDO + PERFECTO'
- Maak in ieder geval t/m ejercicio 3

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

APRENDE (LEER): 
- Signaalwoorden perfecto & indefinido (N-S)

HAZ (MAAK):
Google doc INDEFINIDO + PERFECTO af t/m ej. 3

Los deberes para mañana
(het huiswerk voor morgen)
¡Mucha suerte!; Veel succes!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions