Intercedent behandelen hoofdstuk 3

• Handel
• MBO
• Studiejaar 2,4

Welke commerciële organisaties ken je?

Uitzendbureaus

detacherings

wervings- en selectiebureaus

Payroll organisaties

re-integratiebureaus

Noem drie werknemersverzekeringen

Bij wie is de uitzendkracht in dienst?

1. uitzendorganisatie
2. opdrachtgever

Bij wie is de gedetacheerde in dienst?

1. de werkgever die uitleent
2. de werkgever die inleent

Welke beide ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn kwantitatief

Demografische

Economische

Denk: waardoor komt het dat er te veel of te weinig personeel op de markt is, dan wel er te veel of nauwelijks vacatures zijn?

Welke twee ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn kwalitatief

Technologie

ontgroening/vergrijzing

Denk aan? Waardoor komt het dat er geen geschikt personeel is?

Hoe hoog is het percentage van het loon dat het uitzendbureau moet reserveren voor opleidingen?

1,02%

Vanaf welke leeftijd moet je betaald krijgen op grond van de WML?

1. 16 jaar
2. 15 jaar
3. 17 jaar
4. 18 jaar

Wet minimumloon en vakantiegeld

De werkloosheid die ontstaat als beroepen blijvend verdwijnen

1. structurele werkloosheid
2. conjuncturele werkloosheid
3. seizoenswerkloosheid
4. frictiewerkloosheid

De werkloosheid die ontstaat door economische oorzaken

1. structurele werkloosheid
2. conjuncturele werkloosheid
3. seizoenswerkloosheid
4. frictiewerkloosheid

De werkloosheid die ontstaat door de tijd die mensen nodig hebben om na ontslag in een andere functie te kunnen werken

1. structurele werkloosheid
2. conjuncturele werkloosheid
3. seizoenswerkloosheid
4. frictiewerkloosheid

Noem minimaal 5 positieve arbeidsfactoren

leeftijd 25-35

gezondheid

motivatie

opleiding

werkervaring

functionele mobiliteit

geografische mobiliteit

inzetbaarheid

loonhoogte

Wat verstaan we onder functionele mobiliteit

1. Iemand kan makkelijk reizen voor zijn werk
2. Iemand is goed gezond waardoor hij veel werk kan verzetten
3. Iemand is breed inzetbaar qua werkzaamheden
4. Iemand is zeer gemotiveerd

Hoofdstuk 3

Beroepen- en scholingskennis

Beroep

Eenheid van bij elkaar horende en op elkaar aansluitende handelingen, activiteiten en gedrag, onafhankelijk van de organisatie waarin het beroep wordt uitgeoefend

Ik werk in het onderwijs, de zorg, bij de politie, militair, bouw, metaal, horeca

Functie

Doelgerichte verzameling van activiteiten die op elkaar aansluiten en een afgebakend geheel vormen

Functie is een onderdeel van een beroep

Ik ben verzorgende IG, coördinerend docent, meubelmaker,  lasser, officier/soldaat, agent

Taak

Afgeronde deelactiviteit binnen een functie

Ik zit in de bediening/ik ben kok

Ik surveilleer op straat

Ik bereid de lessen voor

Ik was de zieken

Ik mig-mag las

Ik zet de keukens in caravans

4 vormen

Reguliere scholing

Bijscholing

Herscholing

Omscholing 

Reguliere: 

Algemeen vormend en./of beroepsonderwijs (vmbo/mbo/havo/vwo/hbo)

Bijscholing

Scholing om de ontwikkelingen in het eigen beroep bij te benen.  Sommige beroepen moeten aan permanente educatie voldoen

Herscholing: Het opfrissen van weggezakte of verouderde kennis. Vaak voor herintreders.

Omscholing: Voor mensen die een ander vak moeten leren. Reden kan zijn arbeidsongeschiktheid, maar ook het feit dat het oude werk er niet meer is. 

Mark volgt een mbo-opleiding omdat hij een nieuw beroep wil leren.

1. Herscholing
2. Omscholing
3. Bijscholing

Mark volgt een mbo-opleiding omdat hij een tijd een ander beroep heeft gedaan dan waar hij eerst voor heeft geleerd. Hij wil nu toch in dat eerste beroep gaan werken.

1. Herscholing
2. Omscholing
3. Bijscholing

Mark is mig-mag lasser, maar wil ook graag als CO2-lasser ingezet kunnen worden omdat daar vooral veel werk in is. Hij volgt daarvoor een opleiding op een ROC.

1. Herscholing
2. Omscholing
3. Bijscholing

Mark is mig-mag lasser. Hij volgt een training waarin hem wordt uitgelegd wat de nieuwe veiligheidsrichtlijnen voor dit werk zijn.

1. Herscholing
2. Omscholing
3. Bijscholing

Uitzendbureau en leren

6 maanden: scholingsbehoefte gesprek

• Om welke vorm van scholing zal het vaak gaan?
• Bijscholing

Onderwijs

• Leerplicht: 5 - 16 jaar
• Kwalificatieplicht: tot 18 jaar
• Werkleerplicht tot 27 jaar : 18+ zonder startkwalificatie

Jongeren 13-14

Hulparbeid (permanent toezicht)

Licht, niet industrieel

Kinderen van ouders met winkel of landbouwbedrijf

Maximaal 2 uur per dag helpen; maximaal 12 uren in de week

Ouders/vertegenwoordiger moeten toestemming geven

Vakantie

Maximaal 24 uur per vakantieweek

Maximaal 7 uur per dag

Maximaal 4 vakantieweken waarvan 3 aaneengesloten

Onder schooltijd:

Maximaal 12 uur per week

Tussen 7.00 en 19.00

Niet werken op:

Zondag

15 jaar

Lichte werkzaamheden 

• 15 jaar mogen NIET werken :
• Fabriek of omgeving met machines
• Achter de kassa
• In horeca waar alcohol wordt geserveerd
• 
  

     

moeten wel naar school kunnen

16 en 17 jaar

• Zij mogen los
  
• Niet werken met
  
• Gevaarlijke stoffen
  
• Ze moeten wel naar school kunnen
  
• Mogen risicovoller werk doen, maar onder toezicht
  
• Studenten moeten nog naar school (leerplichtig)
  
• Tot 18 wanneer ze nog geen startkwalificatie hebben
  

Moeten nog steeds naar school kunnen. 

Vmbo kent vier richtingen

Economie

Landbouw

Techniek

Zorg en welzijn

Vmbo kent vier niveaus

Theoretisch

Gemengd

Kader beroeps

Basis beroeps

Hoe lang duurt het vmbo wanneer je niet blijft zitten?

1. 3 jaar
2. 4 jaar
3. 5 jaar

Hoe lang duurt de havo wanneer je niet blijft zitten?

1. 3 jaar
2. 4 jaar
3. 5 jaar
4. 6 jaar

Hoe lang duurt het vwo wanneer je niet blijft zitten?

1. 3 jaar
2. 4 jaar
3. 5 jaar
4. 6 jaar

Richtingen hbo

Argrarisch

Technisch en natuurkundig

Gezondheid 

Economisch, organisatorisch en informatica

Sociaal-agogisch

Kunst

Pedagogisch

Sociaal agogisch is er op gericht dat groepen mensen beter functioneren in hun omgeving. Personeel en arbeid, sociaal pedagogisch, maatschappelijk werk etc. 

Pedagogisch: lesbevoegdheid

MBO

• Niveau 1, 2 en 3 zijn gericht op direct gaan werken
• Niveau 4: ook doorstroom hbo
• Niveau 2: uitvoerend werk
• Niveau 3: uitvoerend en controlerend/begeleidend werk
• Niveau 4: middenkader, hiërarchisch en organisatorisch inzicht

Erkennen diploma

2 expertisecentra

Nuffic (diplomawaardering / niveau)

SBB (welk diploma in Nederland)

Nuffic beoordeelt op welk niveau een diploma is behaald

SBB: welk kwalificatiedossier

Beroepsindeling

sectoren van bedrijvigheid

beroepsrichting

werkgelegenheid

functiekenmerken

functie-eisen

Bedrijvigheid

Primair: landbouw, veeteelt, visserij, delven grondstof

Secundair: industrie

Tertiair: commerciële dienstverlening

Quartair: gesubsidieerde dienstverlening

Wilma werkt in de zorg

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Thomas is aardappelteler

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Martha is junior accountmanager

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Sara is intercedent

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Klaas werkt in de koekjesfabriek

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Beroepsrichting

Economie

Dienstverlening en Gezondheidszorg

Techniek

Landbouw

Werkgelegenheid

Meest gebruikelijk

Bladzijde 86 van het boek

Matchen

De zoektocht naar:

• Welke bedrijvigheid/beroepsrichting <-> werkgelegenheid

• Maar zeker ook:
• Welke persoon past qua opleiding en aard bij de werkzaamheden en de plek waar hij/zij komt
• Matchen

Opdracht:

Zie word bestand

Opdracht

Schrijf bij alle vijf functie-eisen wat jij daar onder verstaat. Bedenk wat jij zou zeggen wanneer iemand je dat vraagt

Zelfstandig invullen. Daarna delen met iemand anders. Zie je verschillen in interpretatie? 

Huiswerk: 

Lees de informatie door

Zie volgende sheet 
Hierover stel ik volgende week vragen

https: