4.5 Nederland: Energiegebruik

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Aardrijkskunde   2HV H4

4.5 Nederland: Energiegebruik

Wat hebben we de vorige les ook alweer gedaan?

Je kan energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk definiëren.

Je begrijpt waarom het belangrijk is voor NL dat er een energietransitie komt.

Je kunt het verschil tussen draagkracht en de ecologische voetafdruk benoemen.

Hoe gaan we het doen?

We gaan in groepjes werken vandaag.

Na het werken in groepjes stel ik vragen om te checken of je het begrijpt

maken opdrachten 1 t/m 6

Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Maak de opdrachten af als dat nodig is.

Voorkennis

Wat hebben we de vorige les ook alweer gedaan?

2D

Leerdoel van deze les

Je kan energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk definiëren.

Je begrijpt waarom het belangrijk is voor NL dat er een energietransitie komt.

Je kunt het verschil tussen draagkracht en de ecologische voetafdruk benoemen.

Leerdoel 1

Je kan energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk definiëren.

Groepsopdracht

Vorm of sluit aan bij een groepje.

Zorg dat iedereen de betekenis van de volgende begrippen weet:

energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk

Leerdoel 2

Je begrijpt waarom het belangrijk is voor NL dat er een energietransitie komt.

Groepsopdracht

Vorm of sluit aan bij een groepje.

Zorg dat iedereen begrijpt hoe Nederland in een energietransitie komt.

Check op leerdoelen

Je kan energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk definiëren.

Je begrijpt waarom het belangrijk is voor NL dat er een energietransitie komt.

Je kunt het verschil tussen draagkracht en de ecologische voetafdruk benoemen.

Vragen? :-)

Let op! Toets Hoofdstuk 4

In de toetsweek

Maandag 23 juni

Blok 2

Lees de teksten, leer de begrippen en overhoor jezelf met de leerdoelen.

Aan de slag:

Maak nu: 

WB blz 114-115

opdrachten 1 t/m 7

Snel klaar?

Overleg met je docent wat je gaat doen om te ontspannen.

bijv.: Duck lezen of puzzeltje maken

Lesafsluiting

Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Is er huiswerk?