Biomoleculen 1

Waar denk je aan bij de
term biomoleculen
1 / 37
next
Slide 1: Mind map
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Waar denk je aan bij de
term biomoleculen

Slide 1 - Mind map

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik:

  • wat koolwaterstoffen zijn
  • waar koolhydraten uit zijn gebouwd.
  • wat mono, di en polysachariden zijn en voor dienen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat zijn de 4 groepen biomoleculen?

Slide 4 - Open question

Welk element komt voor in elk biomolecuul?
A
fosfaat
B
koolstof
C
stikstof
D
zwavel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

In de natuur komt een enorm aantal koolwaterstoffen voor!
Koolhydraten (planten  zetmeel, hout, katoen)
Lipiden (planten  olie en vet)
Eiwitten (dieren  melk en vlees)
En: fossiele brandstoffen
koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk materiaal uit het verleden. 
(aardgas, aardolie en steenkool)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Condensatie

Wat gebeurt er: Twee kleine deeltjes (moleculen) worden aan elkaar vastgemaakt.

Wat komt vrij: Er komt water vrij (H₂O).

Voorbeeld:
Glucose + Glucose → Maltose + Water
→ Twee suikermoleculen vormen samen een grotere suiker, en er komt water vrij.
Hydrolyse

Wat gebeurt er: Een groot molecuul wordt afgebroken in kleinere stukjes.

Wat is nodig: Er is water nodig om de binding te verbreken.

Voorbeeld:
Maltose + Water → Glucose + Glucose
→ Door water toe te voegen wordt de grotere suiker weer gesplitst.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is een voorbeeld van een anorganische stof?
A
koolstofdioxide
B
suiker
C
eiwit
D
alcohol

Slide 13 - Quiz

Wat zijn fossiele brandstoffen?

Slide 14 - Open question

Biomoleculen kunnen onder opname van water worden afgebroken. Hoe noemt men dit proces? Verklaar deze naam.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Koolhydraten
Functies:
Energieleverancier (glucose)
Reservevoedsel (zetmeel)
Bescherming van het organisme (slijm)
Stevigheid (cellulose)
Communicatie (receptor in celmembraan)


Slide 17 - Slide

Opbouw van koolhydraten
Koolhydraten zijn opgebouwd uit monosachariden (enkelvoudige suikers)
Twee monosachariden gekoppeld  disacharide
Meerdere monosachariden gekoppeld  polysacharide

Slide 18 - Slide

Monosachariden
In de natuur meeste monosachariden met 3, 5 of 6 C-atomen
Bekendste zijn de drie hexosen:
C6H12O6 (glucose, galactose en fructose)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Monosachariden

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Monosachariden

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Uit welke drie atomen zijn koolhydraten opgebouwd? Geef de molecuulformule van een koolhydraat met vier C-atomen.

Slide 26 - Open question

Noem de drie bekendste monosachariden. Wat is de molecuulformule van deze hexosen?

Slide 27 - Open question

glucose + glucose = maltose
glucose + galactose = lactose
glucose + fructose = sacharose


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Waarom speelt glucose een sleutelrol in de natuur?
A
Is een monosacharide
B
Is een koolhydraat
C
Het levert energie
D
Je kunt niet zonder glucose leven

Slide 31 - Quiz

Ontstaat doordat 2 monosachariden, onder afsplitsing van water, met elkaar verbonden worden

A
Eiwitten
B
Monomeer
C
Glycosidische binding
D
Zetmeel

Slide 32 - Quiz

Ontstaat een glycosidische binding door hydrolyse of condensatie?
A
Hydrolyse
B
Condensatie

Slide 33 - Quiz

Hoe heten de bouwstenen van biomoleculen?
A
Eiwitten
B
Monomeren
C
Polymeren
D
Koolwaterstoffen

Slide 34 - Quiz

Hoe heet het proces waarbij losse monomeren een polymeer vormen?
A
hydrolysatie
B
condensatie

Slide 35 - Quiz

Samenvattend
Biomoleculen

- Koolhydraten, vetten, eiwitten, nucleïnezuren
- Ieder biomolecuul bestaat uit monomeren
- Koolhydraten bestaan uit monosachariden
- Monosachariden kunnen aan elkaar en losgekoppeld worden door condensatie en hydrolyse
- Monosachariden zijn 1 molecuul, Disachariden zijn 2 moleculen en polysachariden zijn veel

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide