Herhaling Pv + Volt deelwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Spelling

Persoonsvorm tt/ vt

Voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

De jongen ... (worden) naar huis gebracht.

1. Word
2. Wordt
3. Werd
4. Werdt

Stotterend ... (bekennen) Christiaan zijn fout.

1. Bekent
2. Bekend

... (Branden) je zus haar vingers aan de kachel?

1. Brand
2. Brandt
3. Branden
4. Brandde

Ik ... (besteden) gisteren geen aandacht aan school.

1. Besteed
2. Besteedt
3. Besteedde
4. Besteden

Hij ... (beloven) vorige week nieuwe sokken.

1. Beloof
2. Beloofte
3. Beloofde
4. Beloofden

Voor de voorstelling ... (verkleden) de acteurs zich.

1. Verkleden
2. Verkleedt
3. Verkleed
4. Verkleedden

Gisteren ... (sporten) mijn zus en ik in de sportschool.

1. Sporten
2. Sportten
3. Sporte
4. Sportte

Wij hebben naar de juf ... (zwaaien).

1. Gezwaaid
2. Gezwaait

Ik heb het beslag in de kom ... (mixen).

1. Gemixd
2. Gemixt

Spelling

• Persoonsvorm - tegenwoordige tijd

• Persoonsvorm - verleden tijd

• Voltooid deelwoord

Persoonsvorm - tegenwoordige tijd

Bepaal de stam (ik-vorm) van het werkwoord

Dansen --> dans

Praten --> praat

Zetten --> zet

Persoonsvorm - tegenwoordige tijd

Wat is het onderwerp?

Ik --> dans

Jij, hij, zij --> dans+t

Wij, jullie --> dansen

Pv - tt

Mo (worden) volgende week 13 jaar.

(Worden) jij later automonteur?

Je (rijden) toch wel voorzichtig?

Dat (vinden) ik onzin.

Persoonsvorm - verleden tijd

Bepaal de stam (ik-vorm) van het werkwoord

Stam + te/ten

Stam + de/den

Pv - vt

We (vermoeden) dat de dader nog in het buitenland is.

Hij (lunchen) gisteren bij dat ene tentje.

Hij (verhuizen) vorige week naar Brabant.

Voltooid deelwoord

Bepaal de stam (ik-vorm) van het werkwoord

-ge

-be

-ver

Oefenen

(Verlenen) ... je moeder toen wel voorrang aan de fietser?

Hij (Worden) ... misselijk van al dat gesnoep?

Wanneer zijn jullie eigenlijk (verhuizen)?

Heb je me misschien niet goed (horen)?

Je (geloven) ... me nu zeker niet?

Tegenwoordig deelwoord

Hele werkwoord + d

slapend

lopend

lachend 

Nu Nederlands

Taalverzorging 2.1/ 2.2/ 2.3