Formuleren H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom HV1P

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Lezen (15 min)

- Terugblik: Zelfstandig naamwoord en Lidwoord (5 min)

- Uitleg: verwijzen naar de- en het-woorden (10 min)

- Zelfstandig werken (25 min)

- Afsluiting (5 min)

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. mensen, planten, dieren, dingen
2. mensen, planten, dieren, lidwoorden
3. mensen en dieren
4. mensen, lidwoorden

Wat is het zelfstandig naamwoord?

1. mijn
2. telefoon
3. is
4. nieuw

zelfstandig naamwoord?

1. Jan
2. in
3. de
4. mooie

Lidwoorden zijn 'de, het, een'

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een lidwoord?

1. De
2. Geluk
3. Prijs
4. verkoper

HET is mij veel te koud!
HET = lidwoord
HET = geen lidwoord

1. lidwoord
2. geen lidwoord

Wat is GEEN lidwoord?

1. De
2. Jou
3. Het
4. Een

Verwijswoorden

Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder genoemd. 

Verwijzen naar de-woorden

Deze            (dichtbij)

Die                (veraf)

Zie je die wisselbeker. Die krijgen we als we het toernooi vinden.

Verwijzen naar het-woorden

Dit             (dichtbij)

Dat            (veraf)

Het paard dat in de wei staat. 

Verwijswoorden

Een zelfstandig naamwoord is een de-woord of een het-woord

De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk

Het-woorden zijn onzijdig

Het woordgeslacht kun je opzoeken in het woordenboek.

Aan de slag

Wat? 

Ga naar Nieuw Nederlands online en maak de opdrachten van de planning Verwijzen naar de- en het-woorden

Hoe? individueel, je mag op fluistertoon een vraag aan elkaar stellen.