LES 56 - HOE SCHRIJF JE EEN KLACHTENMAIL?

LEZEN

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

LEZEN

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7

Slide 1 - Slide

LES 1 - KERN BASIS 2 - Hoe zitten veel teksten in elkaar?

Slide 2 - Slide

WAT WEET JE AL?
KLASSENGESPREK
Heb jij wel eens ergens over geklaagd of iets teruggebracht? Wat deed je toen?
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Na deze les weet je....
  • Wat een klachtenmail is
  • Wanneer je een klachtenmail schrijft
  • Hoe een klachtenmail eruitziet (begin, midden, eind)
  • Wat formele taal en het verschil tussen gewone taal
  • Hoe je begint en eindigt met een klachtenmail (aanhef, onderwerp, afsluiting)


Slide 4 - Slide

OORZAAK-GEVOLG

Slide 5 - Slide

OORZAAK-GEVOLG
Wat valt je op aan deze mail? 

Slide 6 - Slide

Wat moet er in een goede klachtenmail staan?

Slide 7 - Slide

SIGNAALWOORDEN OPSOMMING
Oorzaak: Arjen Robben is geblesseerd.
Gevolg: Hij kan niet spelen.

>> Welk  woord gebruik je om hier één zin van te maken?

Slide 8 - Slide

SIGNAALWOORDEN OPSOMMING
Oorzaak: Arjen Robben is geblesseerd.
Gevolg: Hij kan niet spelen.

>> Welk  woord gebruik je om hier één zin van te maken?

Slide 9 - Slide

OPBOUW VAN EEN KLACHTENMAIL
  1. Aanhef en afsluiting 
  2. Aanleiding waarom je schrijft  (inleiding)
  3. Probleembeschrijving (kern)
  4. Oplossing (slot) 
  5. Afsluiting

DENK AAN > Passend taalgebruik - Interpunctie - HOOFDLETTERS - spelling! 


Slide 10 - Slide

In een tekst worden er 'signaalwoorden' gebruikt om een tegenstelling aan te geven.

Slide 11 - Slide

In een tekst worden er 'signaalwoorden' gebruikt om een tegenstelling aan te geven.

Slide 12 - Slide

SIGNAALWOORDEN LEREN!

Slide 13 - Slide

KLASSIKAAL - Les 35  oef 1 t/m 3

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

ZELFSTANDIG MAKEN
Start met het maken van
Les 35 - blz 142 t/m 145 - oef 5 t/m 9

Slide 16 - Slide

Je weet nu....
Vraag 1: Welk signaalwoord hoort NIET bij een tegenstelling?

A) Maar
B) Omdat
C) Toch

Slide 17 - Slide

Je weet nu....
Vraag 2: Welke zin bevat een tegenstelling?

A) Ik hou van muziek en dansen.
B) Het regende hard, maar we gingen toch naar buiten.

Slide 18 - Slide