English Food

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What is your favorite food?
(in English)

Slide 2 - Mind map

What are we going to do today?
  • Lesdoelen - Lesson objectives
  • Wat weet ik al? - What do i know already?
  • Movie clip - Hoe bestel ik eten? - How do i order food?
  • Verschillende maaltijden - Different meals
  • Movie clip - Mister Bean
  • Werkbladen maken - Working on the worksheets
  • Nabespreken lesdoelen - Discuss the lesson objectives

Slide 3 - Slide

Lesdoelen - Lesson targets
1. Aan het einde van de les kan ik op een goede manier eten bestellen in het Engels.
2. Aan het einde van de les weet ik nóg meer Engelse woorden die met eten te maken hebben.

Slide 4 - Slide

What is this
A
Hemburger
B
hamberger
C
hamburger
D
hommyburger

Slide 5 - Quiz

What is this
A
Patata
B
Chips
C
Fries
D
chipitos

Slide 6 - Quiz

What is this
A
koekkies
B
biskwiets
C
biscuits
D
cookies

Slide 7 - Quiz

What are these?
A
beans
B
tomatoes
C
carrots
D
tomeetoes

Slide 8 - Quiz

what is your favourite dessert?

Slide 9 - Mind map

Food!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Bob gaat donuts bestellen.
Welke zin gebruikt hij hier?
A
Can I have.............
B
Could I get?.........
C
May I have...........
D
Mag ik ?.......

Slide 13 - Quiz

Hoeveel donuts koopt hij?
A
4
B
8
C
6
D
3

Slide 14 - Quiz

welke smaak koopt hij NIET?
A
chocolate dip
B
vanilla dip
C
boston dip
D
coca dip

Slide 15 - Quiz

Hoe bestel je iets te eten?
Can i have...
May i have...
Could i get...

Slide 16 - Slide

English

Can I have 2 apples, please?

May I have a bag of chips?

Could I get 5 RedBulls, please?

Can I have a BigMac-menu, please?

May i have some McNuggets with that?
Nederlands

Mag ik 2 appels alsjeblieft?

Mag ik een zak chips?

Mag ik 5 RedBulls alsjeblieft?

Mag ik een BigMac-menu alsjeblieft?

Mag ik daar wat McNuggets bij?

Slide 17 - Slide

Different meals
verschillende maaltijden.
breakfast = ontbijt
lunch = lunch
dinner = avondeten
snack = tussendoortje

Slide 18 - Slide


A
dinner
B
dessert
C
breakfast
D
lunch

Slide 19 - Quiz


Dinner
A
Brunch
B
Lunch
C
Breakfast
D
Dinner

Slide 20 - Quiz

Meals
Snacks
dinner
lunch
breakfast

Slide 21 - Drag question

Practice - Oefenen
In pairs - in tweetallen
Try to order 3 different items at a snackbar using the proper sentences
Example:
Twister Fries, Double cheeseburger and a cherry milkshake
Make it a conversation:
Student 1: Hello how can i help you?
Student 2: Can i have...?
Student 1: Reacts..
Student 2: Reacts..


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

hoeveel kippenpootjes pakt mr Bean?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 24 - Quiz

In de naam van deze acteur zit een groente. Welke naam is dat?
A
wortel
B
ui
C
spinazie
D
boon

Slide 25 - Quiz

hoe wordt de ober geroepen?
A
Hello?
B
hee!
C
excuse me?
D
joehoe

Slide 26 - Quiz

wat drinken de mannen bij hun eten?
A
wijn
B
water
C
thee
D
bier

Slide 27 - Quiz

Opdrachten op papier

Slide 28 - Slide

Lesdoelen - Lesson targets
1. Aan het einde van de les kan ik op een goede manier eten bestellen in het Engels.
2. Aan het einde van de les weet ik nóg meer Engelse woorden die met eten te maken hebben.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide