Les 5 U4

Les 5 U4
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 5 U4

Slide 1 - Slide

BONJOUR et BIENVENUE! 


Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

une actualité française

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vocabulaire

Slide 5 - Slide

Vocabulaire
Apprendre 4, exercice
Page 134

Slide 6 - Slide

Vocabulaire V

Slide 7 - Slide

Vocabulaire V
Apprendre 4, exercice
Page 142

Slide 8 - Slide

De ontkenning, ne...pas
Wat is de ontkenning in het Nederlands...?
Wat is de ontkenning in het Frans...?

Slide 9 - Slide

De ontkenning
Hoe werkt dit in het Frans?
Wat zijn de verschillen t.o.v. het Nederlands?

Slide 10 - Slide

De ontkenning

In het Frans worden twee woorden gebruikt.
Deze kun je in een "bril" zetten.
Je zet de bril op de persoonsvorm!

Slide 11 - Slide

Niet / geen



ik eet niet...
ik kijk niet
ik ben niet...
ik heb geen
ne / n'
pas
mange
regarde
suis
ai
Je

Slide 12 - Slide

nooit



ik eet nooit.
ik kijk nooit
ik ben nooit
ik heb nooit
ne / n'
jamais
mange
regarde
suis
ai
Je

Slide 13 - Slide

Niet meer



ik eet niet meer...
ik kijk niet meer
ik ben niet meer
ik heb niet meer
ne / n'
plus
mange
regarde
suis
ai
Je

Slide 14 - Slide

niets



ik eet niets.
ik kijk niets
ik heb niets
ne / n'
rien
mange
regarde
ai
Je

Slide 15 - Slide

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Je  parle  français.
Tu   habites   à Paris?
Je   suis   néerlandais.

Slide 16 - Slide

De ontkenning

Je ne parle pas français.
Tu   n' habites pas  à Paris?
Je  ne suis  pas néerlandais.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

ça  y est? (is het gelukt?)

Slide 19 - Slide

à faire.....
Exercice 16abcd , page 123


Slide 20 - Slide

à faire.....
Exercice 12, page 120
exercice 13, page 120

Slide 21 - Slide

à faire V

Slide 22 - Slide

à faire.....
Exercice 12, page 120
exercice 13, page 120

Slide 23 - Slide

LES VERBES FRANÇAIS

Slide 24 - Slide

ik ga
u gaat/ jullie gaan
zij gaan
wij  gaan
jij gaat
hij gaat
Le verbe aller
Notez bien!!

Slide 25 - Slide

les devoirs à faire.
mettez votre agenda sur la table, svp
Leren app 1 2 en 4
Aller,

Slide 26 - Slide

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 27 - Slide