5.2 Wat wordt de prijs les 2

WELKOM
NEEM BLZ. 134 en je rekenmachine  VOOR JE!
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELKOM
NEEM BLZ. 134 en je rekenmachine  VOOR JE!
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Vandaag leren we:
  • wat de inkoopprijs is
  • wat de brutowinstopslag is
  • hoe je de verkoopprijs kunt berekenen

Slide 2 - Slide

Planning 
Leerdoelen
Terugblik
Uitleg
Zelfstandig werken 
Nakijken
Afsluiten

Slide 3 - Slide

Lees mee op blz. 134

Slide 4 - Slide

Jij hebt een eigen snoepwinkeltje. In dit winkeltje ga jij Chocorepen verkopen. Deze moet jij zelf eerst inkopen bij de groothandel. Bij de groothandel kost deze € 1. Dit noemen we de inkoopprijs.
Jij wilt deze Chocorepen natuurlijk doorverkopen met winst. Jij wil per Chocoreep een € 0, 50 winst maken. Dit noemen we dat de brutowinst per Chocoreep

Als je de inkoopprijs en de brutowinst per product weet, kun je de verkoopprijs berekenen. We tellen deze bedragen namelijk bij elkaar op. Dan is de 
verkoopprijs  €1,00+ €0,50= €1,50 
De inkoopprijs €1 ,00
brutowinst          € 0,50
_______________+
Verkoopprijs        € 1,50

Slide 5 - Slide

Procentsommen
Voorbeeld:

Jij verkoopt Chocorepen. De inkoopprijs is        € 1,00. Het brutowinstopslag is 50%. 

Hoeveel euro is dat?
Dat is

50
________      x  € 1,00 = € 0,50

100

100percentagebedrag

Slide 6 - Slide

Procentsommen
Voorbeeld:

Jij verkoopt Chocorepen. De inkoopprijs is        € 2,00. Het brutowinstopslag is 25%. 

Hoeveel euro is dat?
Dat is

25
_______      x  € 2,00 = € 0,50

100

100percentagebedrag

Slide 7 - Slide

verkoopprijs berekenen 
inkoopprijs + brutowinstopslag
Verkoopprijs 

Voorbeeld
De inkoopprijs van een sporttas is € 15. De winkelier rekent een brutowinstopslag van 60%. Wat wordt de verkoopprijs?
Brutowinstopslag: 60 ÷ 100 × € 15 = € 9
Verkoopprijs: € 15 + € 9 = € 24

Slide 8 - Slide

Voorbeeldsom
inkoopprijs + brutowinstopslag = Verkoopprijs 
Hans heeft een speciaalzaak voor kaas en noten. Een kilo kaas koopt hij in voor € 7,80. Hij verkoopt de kaas met een brutowinstopslag van 65%.

 
Bereken de verkoopprijs van een kilo kaas.


Slide 9 - Slide

Voorbeeldsom
inkoopprijs + brutowinstopslag = Verkoopprijs 
Salma verkoopt bloembollen. De verkoopprijs van een bakje
bloembollen is € 4,94. Ze heeft de bakjes bloembollen ingekocht voor € 2,60.

Bereken hoeveel de brutowinstopslag is in procenten van de inkoopprijs.


Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken

Wat? Maak de opdrachten 20 t/m 28 van paragraaf 5.2 Wat wordt de prijs?
Hoe? In het online werkboek.
Hulp? Vraag? Stel deze via Teams.
Resultaat? We kijken gezamenlijk opdr. 27, 28 en 29 na
Klaar? Maak het onderdeel Economie in de praktijk 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Vandaag hebben we geleerd:
  • wat de inkoopprijs is
  • wat de brutowinstopslag is
  • hoe je de verkoopprijs kunt berekenen

Slide 12 - Slide