What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
H4.7 grammatica 3k1/3k2
4.7 Grammatica
Jou of jouw? Mij of mijn? Als of dan?
Pak je chromebook en voer de code in LessonUp in,
gebruik alleen je voornaam.
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4.7 Grammatica
Jou of jouw? Mij of mijn? Als of dan?
Pak je chromebook en voer de code in LessonUp in,
gebruik alleen je voornaam.
Slide 1 - Slide
Paragraaf 4.7 jou/jouw als/dan
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Slide 2 - Slide
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Video
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels
Slide 5 - Quiz
Nederlands: twijfelwoorden
jou/jouw, dan/als, hun/hen/zij
Slide 6 - Slide
Jou - jouw
'Jou' is een persoonlijk voornaamwoord.
'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord.
Slide 7 - Slide
Uitleg
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Wanneer je verwijst naar een bezit gebruik je
'jouw'
:
jouw
huis.
Wanneer je verwijst naar een persoon gebruik je
jou
: Is die fiets van
jou
? -> Ja, die fiets is van
mij.
Vervang jou door mij ->hoor je
mijn
komt er bij jou een '
w
' bij?
jou/jouw huis? -
mijn
huis dus ->
jouw
huis
Slide 8 - Slide
Is dat ____ vader?
A
jou
B
jouw
Slide 9 - Quiz
Ik vind ____ erg aardig.
A
jou
B
jouw
Slide 10 - Quiz
Ik heb ____ boek gelezen.
A
jou
B
jouw
Slide 11 - Quiz
____ tas is rood.
A
Jou
B
Jouw
Slide 12 - Quiz
Ik houd van ____.
A
jou
B
jouw
Slide 13 - Quiz
Is dat huis van ____?
A
jou
B
jouw
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Dan - als
Anders
dan
, hetzelfde
als
.
Slide 16 - Slide
Dan - als
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Anders
dan
, hetzelfde
als
.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Uitgelegd:
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Als
gebruik je als iets hetzelfde is (even groot als)
Dan
gebruik je als er een verschil is: Kees is groter dan Jan
Uitzondering: woordje zo
(twee keer zo groot als).
Er is wel een verschil, maar door het woordje
zo
, krijg je
als
.
Slide 19 - Slide
Bram is groter ____ Luuk.
A
dan
B
als
Slide 20 - Quiz
Ik ben zo stil ____ een muis.
A
dan
B
als
Slide 21 - Quiz
Zij is net zo leuk ____ jij.
A
dan
B
als
Slide 22 - Quiz
Hij is even oud ____ zijn tweelingbroer.
A
dan
B
als
Slide 23 - Quiz
Maria is twee keer zo lang ____ haar zusje.
A
dan
B
als
Slide 24 - Quiz
Jij weet dat beter ____ ik.
A
dan
B
als
Slide 25 - Quiz
AAN DE SLAG!
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Zelfstandig werk:
Maak online opdracht 1-2-3-5 van 4.7
Klaar?
versterk jezelf - formuleren op woordniveau - als of dan bij vergelijkingen.
Ik loop rond om hulp te bieden
Slide 26 - Slide
Terugblik
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Leg in tweetallen aan elkaar uit wanneer je als of dan schrijft.
En hoe zit het met jou/jouw?
Volgende les: op basis van hoe het vandaag ging, ga je de volgende les aan de slag met of herhaling of verdieping.
Slide 27 - Slide
Huiswerk
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Leer de lesstof van 4.7 over als/dan en jou/jo
uw
De volgende les leg je aan mij uit wanneer je als of dan gebruikt en
waarom
en wanneer jou of jouw en
waarom
.
Denk aan het boek voor deze laatste periode!!!
Slide 28 - Slide
4.7 Grammatica les 2
Jou of jouw? Mij of mijn? Als of dan?
Je hebt klaarliggen: je chromebook. Heb je geen chromebook of mag je geen chromebook? Dan ligt je boek klaar!
Slide 29 - Slide
Paragraaf 4.7 jou/jouw als/dan
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken in
leg uit als/dan jou/jou
ZW: verder werken aan de opdrachten van 4.7
Terugblik en vooruitblik
Slide 30 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Leg in tweetallen aan elkaar uit wanneer je als of dan schrijft.
En hoe zit het met jou/jouw?
Volgende les: op basis van hoe het vandaag ging, ga je de volgende les aan de slag met of herhaling of verdieping.
timer
2:00
Slide 31 - Slide
AAN DE SLAG!
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
Zelfstandig werk:
Ga verder met de verwerking van de opdrachten van paragraaf 4.7
Klaar?
afhankelijk van hoe de opdrachten zijn gemaakt ga je werken aan herhaling of verdieping.
Ik loop rond om hulp te bieden
timer
20:00
Slide 32 - Slide
Terugblik
In paragraaf 4.7 leer je:
-Wanneer je jou/jouw, u/uw, mij/mijn schrijft;
-Wanneer je als/dan gebruikt
Planning:
Checken wat we nog weten
Uitleg 4.7
ZW opdrachten: 1, 2, 3 en 5 online
Terugblik en vooruitblik
verbeter de volgende zinnen:
Die tas van jouw is net zo duur dan jou schoenen.
Jij bent beter in Nederlands als in Engels.
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Grammatica - 4.7
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
H4 grammatica
April 2025
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Grammatica - 4.7
February 2025
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les: Plannen
February 2021
- Lesson with
31 slides
by
Schoolblocks
Studievaardigheden
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Schoolblocks
4.7 grammatica k3 en b3
February 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
K3 4.7 grammatica
September 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4.7 grammatica k3 en b3
April 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Veel voorkomende spellingproblemen
May 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 13