Samengestelde zinnen H1 klas 2K4

Welkom bij Nederlands
Telefoon in de koffer
Leesboek klaarleggen
Laptop op tafel
De rest mag in de tas, op
de grond.
Socialiseren
timer
5:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Telefoon in de koffer
Leesboek klaarleggen
Laptop op tafel
De rest mag in de tas, op
de grond.
Socialiseren
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Lezen in je eigen leesboek 8 min.
  • Instructie 8 min. 
  • Zelfstandig aan het werk 20 min.
  • Evaluatie 10 min.

Slide 2 - Slide

Stil lezen
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Je leert wat voegwoorden gebruiken
Je kan voegwoorden op de goede manier gebruiken om samengestelde zinnen te maken. 

Slide 4 - Slide

Instructie
In teksten kunnen losse en samengestelde zinnen staan. Samengestelde zinnen bestaan uit twee losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn.

"Zij gaat weinig doen" en "het is warm".
Hoe maak je van deze twee zinnen, één goede zin?

Slide 5 - Slide

Zij gaat weinig doen, omdat het warm is.
Zij gaat weinig doen, omdat het is warm.

Omdat het warm is, zij gaat weinig doen. 
Omdat het warm is, gaat zij weinig doen. 

Slide 6 - Slide

Twee persoonsvormen
Iedere zin heeft een persoonsvorm. Wanneer je van twee kleine zinnen doormiddel van een komma of een voegwoord één zin maakt, zitten er dus twee persoonsvormen in die zin.

Kijk maar mee:

Slide 7 - Slide

Twee persoonsvormen
Ik ben aan het koken. Ik kijk tv. 

Ik kijk tv, terwijl ik aan het koken ben

pv: kijk
pv: ben

Slide 8 - Slide

Waar moet je op letten?
Hoe maak je samengestelde zinnen?
  • Gebruik een voegwoord
  • Controleer of de woordvolgorde  in de zin goed is.

Slide 9 - Slide

Voegwoorden
Veel gebruikte voegwoorden zijn:
"en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus."

Een voegwoord staat vaak tussen twee zinnen, maar kan ook aan het begin van een zin staan. Kijk maar:
Mijn fietsband is lek. Ik loop naar huis. 
Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 

Slide 10 - Slide

Maak van de plaatjes een goedlopende zin 
Maak van de plaatjes 1 zin waarbij je let op de woordvolgorde. 

Gebruik 2, 3 of 4 plaatjes voor de zin. 

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken (ZW)
Jullie gaan naar Nieuw Nederlands online, Hoofdstuk 1, Taalverzorging (paars), samengestelde zinnen. 
Jullie maken opdracht 1, 2 en 3. 

timer
2:00

Slide 12 - Slide

Evaluatie
Heb je je leerdoel bereikt? Dit testen we door een paar vragen. Houd je rode en groene kaartje bij de hand! 

Slide 13 - Slide

Waarom is een voegwoord. 
Er staan altijd 2 persoonsvormen in een zin.
Terwijl is een voegwoord.

De volgende zin is goed of fout?
"Omdat de zon schijnt, hij gaat zwemmen.

Slide 14 - Slide

Waarom is een voegwoord.
Goed
fout

Slide 15 - Poll

Er staan altijd 2 persoonsvormen in een zin.
goed
fout

Slide 16 - Poll

Terwijl is een voegwoord.
goed
fout

Slide 17 - Poll

De volgende zin is goed of fout?
"Omdat de zon schijnt, hij gaat zwemmen.
Goed
fout

Slide 18 - Poll

Ging het maken van de opdrachten goed?
Ja? Ga zo door!



Nee? Nog eventjes door oefenen! 

Slide 19 - Slide