VWO H4.2 Vorming geslachtscellen

H4.2 Vorming geslachtscellen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

H4.2 Vorming geslachtscellen

Slide 1 - Slide

Chromosoomtype 1, 2, 3 etc
23 paren

Slide 2 - Slide

2n
2n
- Waneer de chromosomen verdubbelen tijdens de S-fase en alle chromosomen bestaan uit 2 zusterchromatiden heb je nog steeds 2 sets DNA, ongeacht hoeveel kopieën je ervan hebt.


-   2 sets DNA (2n) is 1 chromosoom van je moeder en 1 van je vader, ongacht de hoeveelheid kopieën je ervan hebt

Slide 3 - Slide

- Lichaamcellen zijn diploïd (2n), ze bevatten van elk type chromosoom 2 exemplaren (1 van je vader, 1 van je moeder)

- Geslachtscellen zijn haploïd (n) ze bevatten van elk type chromosoom 1 exemplaar (1 van je vader óf 1 van je moeder 

Slide 4 - Slide

Mitose
- Bij mitose verdubbelen de chromosomen om vervolgens uit elkaar gehaald te worden. 
- Aan het begin en aan het einde van de celdeling heb je dan evenveel chromosomen

Slide 5 - Slide

Mitose

Slide 6 - Slide

Crossing over

Slide 7 - Slide

geslachtscellen (gameten) zijn haploïd: ze hebben 1 van elk type chromosoom

Slide 9 - Slide

Meiose
- Bij meiose worden eerst de verdubbelde chromosomenparen uit elkaar gehaald  (meiose 1)
- Daarna worden de chromatiden van de paren uit elkaar gehaald (meiose 2)
- Aan het einde van meiose 2 heb je vier haploïde cellen
- Meiose is een reductiedeling > het aantal chromosomen wordt gereduceerd

Slide 11 - Slide

Aantekening

Slide 12 - Slide

Meiose

Slide 13 - Slide

Na meiose 1 heb je nog maar 1 set DNA,
Maar elk chromosoom bestaat nog uit 2 chromotiden. 

Deze worden gesplitst in meiose 2 

Slide 14 - Slide

Man: 
1 cel vormt 4 zaadcellen





Vrouw:
1 cel vormt 1 grote eicel, de andere 3 cellen (poolichaampjes) sterven af.  
Eisprong bij meiose 1. 
Meiose 2 begint bij bevruchting

Slide 15 - Slide

Recombinatie en crossing over
Tijdens meiose: Remix van genetisch materiaal 
1. Recombinatie
Geslachtscellen zijn haploïd, ze hebben dus van elk type chromosoom 1 exemplaar, welke? Dat berust op toeval
2. Crossing over
Tijdens metafase 1 wisselen de chromosomen stukjes uit, dit heet crossing over. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Oögonia: diploïde kiemcellen
Primaire oöcyt: oögonium dat begonnen is met meiose, gestopt in profase 1
Follikel: Primaire oöcyt met omliggende follikelcellen

Vanaf puberteit
1 follikel rijpt per maand, maakt meiose 1 verder af als primaire oöcyt en meiose 2 tot metafase 2 als secundaire oöcyt (eicel). Na eisprong bevruchting? Eicel maakt meiose 2 af voordat de kernen zich versmelten


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Tweelingen
- twee-eiige tweeling:
2 (of meer) eicellen rijpen tegelijkertijd en worden bevrucht
- eeneiige tweeling: 1 bevruchte eicel deelt zich in tweeën: identiek

Slide 22 - Slide