Herhalingsles H3

Buurtprofielen en leefbaarheid
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Buurtprofielen en leefbaarheid

Slide 1 - Slide

Noem op drie verschillende schaalniveaus de overheden die gaan over de ruimtelijke ordening in NL

Slide 2 - Open question

Leg uit waarom er sprake is van bevolkingskrimp in de provincies Friesland, Limburg en Zeeland.

Slide 3 - Open question

timer
1:00
Welke bewonerskenmerken zijn er!?

Slide 4 - Mind map

timer
1:00
welke woningkenmerken zijn er?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Welk aspect hoort nog meer bij het buurtprofiel!?
A
De woonomgeving
B
De infrastructuur
C
de voorzieningen
D
de mate van verpaupering

Slide 7 - Quiz

Als je van de binnenstad van een stad naar de buitenwijken gaat, worden de huizen steeds......
A
nieuwer
B
ouder

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?

Slide 9 - Open question

Welke wijk is het meest geschikt voor gentrification
A
Een wijk aan de rand van de stad
B
Een wijk vlakbij een industrieterrein
C
Een wijk vlakbij het centrum van een stad
D
Een wijk met flats in een rustige, groene buurt

Slide 10 - Quiz

Toename van het wij-gevoel zorgt voor een grotere sociale cohesie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

In de stad is meer sprake van ____ dan op het platteland.
A
Loyaliteit
B
Sociale cohesie
C
Anonimiteit
D
noaberschap

Slide 12 - Quiz

'Vorig jaar zijn in de wijk Buitenhout aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 13 - Quiz

In de wijken Buitenhout en Centrum is veel criminaliteit. Iedereen voelt zich daardoor onveilig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke fysieke maatregelen kunnen genomen worden om het gevoel van veiligheid te vergroten?
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Welke combinatie van woningkenmerk
en bewonerskenmerk is juist?
A
Jaren 50, laagopgeleide bewoners.
B
Jaren 70, grote gezinnen.
C
Jaren 60, vaak allochtone bewoners.
D
Jaren 80, starters op de woningmarkt.

Slide 16 - Quiz

Welke combinatie van woningkenmerk
en bewonerskenmerk is juist?
A
Goed onderhouden, sociale huur.
B
Goed onderhouden, lage inkomens.
C
Rijtjeswoningen, allochtone bewoners.
D
Rijtjeswoningen, gezinnen met kinderen.

Slide 17 - Quiz