6.1 Leven tussen verschillende culturen


Kader: Hoofdstuk 6



PLURIFORME SAMENLEVING
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Kader: Hoofdstuk 6



PLURIFORME SAMENLEVING

Slide 1 - Slide

PLURIFORM =
VEELVORMIG/VEELKLEURIG

"Een samenleving waar verschillende groepen mensen met elkaar samenleven."

Slide 2 - Slide


K: § 6.1 Leven tussen verschillende culturen


Slide 3 - Slide

LEERDOELEN

  • Aan het einde van de les moet je in eigen woorden uit kunnen leggen wat een pluriforme samenleving is.

  • Je moet met behulp van een voorbeeld uit kunnen leggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en subcultuur.

-

Slide 4 - Slide


Wat is cultuur?


Slide 5 - Open question

Dominante cultuur = normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land.
Subcultuur = cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Slide 6 - Slide

Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 7 - Drag question

Subcultuur = cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
Subcultuur kan bepaald worden door:
1. Geloof
2. Muziek
3. Werk
4. Politiek
5. Migratie-achtergrond
6. Woonplaats

4. Poli

Slide 8 - Slide

Kijk mee!


Slide 9 - Slide

Waarom is Nederland een pluriforme samenleving?

Slide 10 - Slide

Wat is een pluriforme samenleving?
A
Een groep mensen met dezelfde gewoonten, normen en waarden.
B
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
C
Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
D
Een groep mensen met verschillende normen, waarden en gewoonten.

Slide 11 - Quiz

§ 6.1 Aan de slag!
KADER
1. Vanaf blz. 106 van je werkboek:
2. Maak de opdrachten 1, 2, 3, 5, 8, 9, 10 en 12.
3. Opdracht 12: gebruik goede argumenten en luister goed naar elkaar. Spreek evt af wie voor en wie tegen is.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

§ 6.1 Aan de slag!
KADER
1. Ga naar blz. 106 van je werkboek
2. Maak de opdrachten 1, 2, 5, 9, 10 en samenvatting.
3. Klaar? Laat je antwoorden controleren door de docent.
BASIS
1. Ga naar blz. 91/92 van je werkboek
2. Maak de opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 9 en samenvatting.
3. Klaar? Laat je antwoorden controleren door de docent.

Slide 15 - Slide