Actviteitenplan

Welzijn

Terug blik

1 / 26
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welzijn

Terug blik

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij doen?
  • Meme van de dag 
  • terug blikken op de vorige les 
  • Quiz maken van de voriggen lessen

Slide 2 - Slide

Meme van de dag

Slide 3 - Slide

terug blikken op de vorige les: Communicatie
  • Communicatie is: het overbrengen van informatie van de een naar de ander. Bij communicatie gaat het altijd om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hier een medium voor.

  • Zakkelijk communicatie is:Als je communiceert met een collega of cliënt dan noem je dat zakelijke communicatieAls je met een cliënt communiceert doe je dat namens de organisatie waarvoor je werkt.



Slide 4 - Slide

terug blikken op de vorige les: Communicatie

Slide 5 - Slide

terug blikken op de vorige les: Communicatie
Soorten communicatie: 
  1. Eenzijdige communicatie
  2. Tweezijdige communicatie
  3. Verbale communicatie
  4. Non-verbale communicatie

Slide 6 - Slide

terug blikken op de vorige les: Communicatie

Slide 7 - Slide

terug blikken op de vorige les: Interactie
Is een ander woord voor wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding.

Bij interactie reageert de een op de ander en gaan boodschappen heen en weer.

Slide 8 - Slide

terug blikken op de vorige les: Medium
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.

Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.

Wat zijn voordelen? Wat zijn nadelen?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Communicatie

Woorden
Wat wordt er letterlijk gezegd.
Intonatie
Hoe wordt iets gezegd (stemgebruik).

Lichaamstaal
Welke houding, gezichtsuitdrukking en gebaren heeft iemand.

Slide 12 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Communicatie
Ruis omvat alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren. 

  • Interne ruis
  • Externe ruis

Slide 13 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica
-Wat is nu groepsdynamica?​
Groepsdynamica is de term voor het gedrag en de psychologische processen die plaatsvinden binnen een sociale groep, of tussen sociale groepen.

-Wanneer spreek je van een groep?​
Een groep is een verzameling van twee of meer personen die met elkaar omgaan (identificatie of gezamenlijk doel).








Slide 14 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Soorten groepen
  • Primaire groep: Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
  • Secundaire groep: Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
  • Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
  • Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
  • Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden. Voorbeeld in de zorg??
  • Hetrogene groep: De  individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak. Voorbeeld in de zorg??

Slide 15 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica:Altijd lid van een groep
Functies: 
Basisbehoefte van een mens om ergens bij te horen. Verschaft identiteit en status.  Wij gevoel. 

Doelen: 
          Taakdoel: een gezamenlijke taak die de groep wil vervullen (werk, sport)
          Sfeerdoel: hoe mensen met elkaar omgaan, samenwerken (bewust en onbewust) 
Sfeer en taakdoelen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar

Voor en nadelen: 
          Voordelen: verschaft identiteit, geeft gevoel ergens bij te horen
          Nadelen: mensen worden afhankelijk van de groep

Slide 16 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Groepskarakteristieken 
Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep. 
  • Groepscultuur: bestaat uit normen en waarden. (formele en informele groepen)
  • Groepssocialisatie:  eigen maken van de groepscultuur
  • Groepsdruk: Iedereen wil ergens bij horen. Negatief en positief
  • Groepscohesie: een groep die een geheel vormt. Iedereen krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn, taken en verantwoordelijkheden zijn eerlijk verdeeld. 
  • Groepsrollen, activelingen/leiders, sfeermakers, meelopers, dwarsliggers, zondebokken

Slide 17 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Aspecten binnen een groep
Groepsdynamica zegt iets over de processen in de groep.


Proces aspect​
Omgangsregels, normen en relaties (het sociaal-emoionele stuk). Voorbeeld?


Taak aspect
De zaken waarmee de groep bezig is en waarover de groep praat. bv gezamenlijk doel 

Slide 18 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Groepscultuur 
  • Alle normen en waarden van groepsleden vormen samen de groepscultuur in een groep. 
  • Hiermee worden de regels bedoeld die gaan over hoe iemand zich dient te gedragen binnen de groep en datgene wat de groepsleden belangrijk vinden, waar zij voor kiezen en wat zij de moeite waard vinden. 
  • De groepscultuur is van invloed op het functioneren van een groep. Het is belangrijk dat de cultuur in een groep zodanig is dat de groepsleden zich veilig voelen.   

Slide 19 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Fasen binnen een groep

Slide 20 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Forming
  • De mensen kennen elkaar niet.
  • Er is geen verbondenheid.
  • De aandacht is vooral gericht op de centrale figuur, meestal de officiële   teamleider.
  • In deze fase zal de teamleider zijn autoriteit moeten neerzetten en de   autoriteit uitstralen die de leden van hem verwachten.
  • Of niet…

Slide 21 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Storming
  • Fase van conflict en chaos.
  • Verschillen, Irritaties en conflicten komen aan de oppervlakte. Worden vaak openlijk uitgespeeld.
  • Elk teamlid streeft zijn eigen standpunten en belangen na.
  • Meer ik-gevoel dan wij-gevoel.
  • Sommige groepsrollen worden duidelijk.

Slide 22 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Norming
  • De groepsnormen worden duidelijk.
  • Deelnemers accepteren hun groepsrol.
  • Samenwerking komt op gang, de manier waarop wordt soms expliciet vastgelegd.
  • Ieder teamlid wordt zich er van bewust dat hij de ander   nodig heeft.

Slide 23 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Performing
  • Geen individuen maar teamspelers.
  • Grote betrokkenheid bij elkaar en de teamdoelen.
  • Open communicatie, uitspreken van gevoel en het geven van feedback.
  • Een goed functionerend team.

Slide 24 - Slide

terug blikken op de vorige les:
Groepsdynamica: Reforming (evaluatie)
  • Een team zal weer uit elkaar vallen of deelnemers nemen   afscheid.
  • Emoties rond het afscheid.
  • Als het team doorgaat, komen ze opnieuw in de forming   fase.
  • Rollen worden herverdeeld.

Slide 25 - Slide

Quiz maken -> HUISWERK!
Verzin 3 vragen van de vorigen lessen -> dus over de onderwerpen communicatie en groepsdynamica
Iedereen heeft dit af en ingeleverd -> in de inlever opdracht op teams

De volgende les beginnen wij met de Quiz! 

Slide 26 - Slide