Pijnstillers basis (PCM + NSAIDS)

Pijnstillers
  • De basis
  • Paracetamol
  • NSAIDS
  • Opioïden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pijnstillers
  • De basis
  • Paracetamol
  • NSAIDS
  • Opioïden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • De student kent de verschillen tussen acute en chronische pijn
  • De student kent de verschillen tussen de pijnstillende groepen

Slide 2 - Slide

Wat is pijn?
  • Pijn als signaalfunctie (bv. loslaten/heet)
  • Acute en chronische pijn



Slide 3 - Slide

Acute pijn
  • Oorzaak duidelijk
  • Bv. wond of ontsteking, gaatje in je tand, blinde darm ontsteking
  • Ontstaat plotseling, gaat snel weer over
  • Goed te behandelen (met pijnstillers)

Slide 4 - Slide

Chronische pijn
  • Pijn die al langere tijd bestaat
  • Oorzaak niet altijd duidelijk
  • Verschillende behandelingen mogelijk;
  • Medicamenteus - Acupunctuur - Chirurgisch - Gedragstherapie 
  • Belangrijk: rond de klok doseren - waarom?
  • Nadeel: pijnsignaal wordt geblokt waardoor men eigen grenzen overgaat  

Slide 5 - Slide

Doorbraakpijn
  • Plotselinge pijn ondanks langwerkende pijnmedicatie
  • Breekt door en duurt ongeveer 30-60min
  • Veelal bij kankerpatiënten

Snelwerkende opioïden zoals;
Fentanyl zuigtablet of neusspray

Slide 6 - Slide

Reuma & Jicht
  • Reuma = verzamelnaam van pijnlijke aandoeningen aan het beweginsapp.
  • Voorgeschreven: NSAID's of antirheumatica zoals DMARD's
  • Disease Modifying AntiRheumatic Drugs
  • Effect duurt lang 1-6 mnd

  • Jicht = pijnlijke gewrichtsaandoening, urinezuur slaat neer in gewricht (grote teen)
  • Acute jicht of preventieve medicatie

Zelfstudie!

Slide 7 - Slide

Anesthetica
  • Verdoving
  • Plaatselijke verdoving voor kleine ingrepen -> bv. Lidocaïne
  • Bijvoorbeeld voor het verwijderen van een kleine moedervlek

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Termen
  • Pijnstillend = analgetisch
  • Anti-inflammatoir = ontstekingsremmend
  • Anti-pyretisch = koortsdempend 

Slide 10 - Slide

Pijnstillers - Analgetica
Onderscheid in 2 groepen:
1. Niet-opioïden
- Paracetamol
- NSAID's
- Combinatiepreparaten 
2. Opioïden (sterke pijnstillers) - OpiumWet

Slide 11 - Slide

Niet-Opioïoden
  • Gewone pijnstillers
  • Lichte tot matige pijn
  • Werken tegen pijn, koorts en ontstekingen
  • Ook verkrijgbaar zonder recept


Slide 12 - Slide

Paracetamol 
  • Eerste keus
  • Werkt pijnstillend en koortsdempend
  • Nauwelijks bijwerkingen, IA, en CI's
  • Mag bij kinderen (aangepaste dosering), ZW en BV
  • Bij overdosering kans op leverschade
  • Standaard dosering volwassenen: maximaal/ zo nodig: 4 maal daags 2 tabletten van 500mg


Slide 13 - Slide

NSAID's 1/3
  • Non Steroidal Anti Inflammatory Drugs
  • Pijnstillend, koortsdempend én ontstekingsremmend
  • Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen, Meloxicam, Acetylsalicylzuur/Carbasalaatcalcium
  • Cox-2-remmers; Celecoxib & Etoricoxib (minder maagklachten - > kans op hart/vaataandoeningen)

  • Remt de aanmaak van Prostaglandinen (stofjes). Deze stofjes geven de pijnprikkel door aan de hersenen.

  • Gebruikt bij lichte tot matige pijn zoals hoofdpijn, kiespijn, spierpijn, menstruatiepijn, ontstekingen (bv. aan schouder of rug).




Slide 14 - Slide

NSAID's 2/3
  • Bijwerking: maagklachten/maagzweer
  • NSAID's opgenomen in bloed - maagklachten ontstaan ook wanneer het medicijn de maag niet passeert (alle toedieningen). 

  • Bij kortdurend gebruik < kans op maagklachten
  • Langdurig gebruik > kans op maagklachten - toevoegen maagbeschermer Omeprazol

  • Wanneer Omeprazol adviseren?
  • > 70 jaar
  • Pat. die bekend zijn met maagbloeding
  • Bij andere medicijnen die ook maagklachten kunnen veroorzaken


Slide 15 - Slide

NSAID's 3/3
  • Overgevoeligheidsreactie bij NSAID's: zelden; astma-aanval

Interacties
  • NSAID's met antistollingsmiddelen - bloed stolt niet - bloedingen
  • Apotheek meldt gebruik aan trombosedienst 

  • NSAID's met antidepressiva - ontstolling - maagklachten
  • NSAID's met plaspillen (diuretica) - plaspil < werking - hartfalen

Slide 16 - Slide

Combinatiepreparaten 
  • Preparaten die verschillende werkzame stoffen bevatten
  • Bv. Paracetamol gecombineerd met Codeïne/Coffeïne
  • Werkt sterker / minder versuffend 

Slide 17 - Slide

Opioïden
  • Sterke pijnstillende werking
  • Ernstige pijn / doorbraakpijn bij kanker
  • Bijwerking: obstipatie - verstopping -> voorkomen: laxeermiddel 

  • Obstipatie, sufheid, ademhalingsdepressies, gewenning dus > dosering nodig, verslaving

Slide 18 - Slide

Preparaten
  • Morfine parenteraal werkt het snelst -> ampullen in spoedtas
  • Fentanyl - pleister eens per drie dagen
  • Buprenorfine - pleister eens per week
  • Tramadol -> vaak eerste stap na NSAID's (matig-ernstige pijn)
  • Oxycodon - langwerkend & kortwerkend

Slide 19 - Slide

Stappen van de pijnladder

Slide 20 - Slide

Samenvatting
Zie hoofdstuk 3.8 belangrijke punten uit dit hoofdstuk op Medilect


Slide 21 - Slide

Vragen?
Volgende keer start met leertaak 1.3 keel, neus en oren.


Slide 22 - Slide