Code +deel 1 h4, deel 1 h 7

• NT2
• Basisschool
• Beroepsopleiding
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Speciaal Onderwijs
• Praktijkonderwijs
• HBO
• MBO

Programma

Team Kevin: deel 1, H4: praten over je (ideale) huis, een mening geven over je huis

Team Prudi, deel 1, H7 Een afspraak maken om uit te gaan, iets bestellen in een restaurant

Team Andri, deel 2 H1 Afrekenen in een winkel, advertenties lezen en begrijpen

Jilu, deel 3, H1

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

CODE +  (deel 1)

H4 ,Taak 1

Praten over je (ideale) huis, een mening geven over je huis

Luister naar de video en schrijf de  woorden over het huis op.

Huis

het huis

het rijtjeshuis

de villa

het flatgebouw/de flat

de woonboot

het vrijstaande huis

het appartement

de twee-onder-een-kapwoning

de slaapkamer

de badkamer

de wc

de woonkamer

de keuken

de zolder

het balkon

de tuin

de werkkamer

het raam

groot-klein

het dorp

de stad

duur- goedkoop

het bad

de deur

de (kleren)kast

de wasmachine

Je huis beschrijven

Het is   ..... een rijtjeshuis

Mijn kamer is ... een beetje klein

Het huis heeft ... twee slaapkamers

We hebben ............. twee wc's

Er is een kleine bijkeuken

Er zijn twee slaapkamers

Een mening geven

Ik vind mijn huis .......................fijn / prettig / mooi

Wij vinden ons huis NIET heel ...................aangenaam 

Ik ben NIET heel blij met mijn huis

NIET

afspraak maken

Een afspraak maken

Zullen we straks gaan eten?

Heb je zin om nu een broodje mee te eten

Vind je het leuk om later naar de film te gaan

Wil je ... Kun je ...Ga je mee... Zie ik je 

Voorstel:

Zullen we + tijdstip + werkwoord?  

Heb je zin om + tijdstip + te + werkwoord?

Vind je het leuk om + tijdstip + te + werkwoord?

Woorden voor tijdstippen

aanstaande zaterdag

komend weekend

volgende week

op vrijdag

om 5 uur

in december

Iets verzetten

1. Zeg eerst wat jullie zouden doen en wanneer.
   
2. Geef dan reden voor het uitstel.
   
3. Stel een nieuw tijdstip voor.

--> We zouden + tijdstip + werkwoord, maar dan kan ik niet, want/ omdat ...

--> Zullen we + tijdstip + werkwoord?

Woorden voor tijdstippen

aanstaande zaterdag

komend weekend

volgende week

op vrijdag

om 5 uur

in december

Iets afzeggen

1. Zeg eerst wat jullie zouden doen en wanneer.
   
2. Geef dan reden/ oorzaak waarom het niet meer kan.
   
3. Vaak gebruik je woorden als sorry, helaas of het spijt me.

--> We zouden eigenlijk + tijdstip + werkwoord, maar ik kan niet, want/ omdat ...

Woorden voor tijdstippen

aanstaande zaterdag

komend weekend

volgende week

op vrijdag

om 5 uur

in december

Opdracht

p. 160 doe de opdrachten online

Maak opdracht 6 en 7

Gebruik deze filmladder: https://www.filmladder.nl/den-haag/bioscopen

H1 Dat is een koopje!

In dit hoofdstuk leer je:

Praten over winkels en betalen

Grammatica: de imperfectum regelmatig + onregelmatig

Wat is je favoriete winkel?

1.1 Afrekenen in een winkel

Luisteropdracht: afrekenen

Luister naar de tekst

Maak daarna de online opdrachten

Zoek de betekenis van de woorden op.

fragment 1

fragment 2

fragment 3 (1e deel)

fragment 3 (2e deel)

fragment 4

routines

1. Lees de routines door

2. Voer samen de gesprekken van het werkblad.

vk.com

Ik woon in Rotterdam en____ zus woont in Rotterdam.

Mevrouw Jansen, gaat u met________broer op vakantie?

Dit is Max en_____ achternaam is Adams.

Wij komen uit Italië en _______cursus begint op maandag.

Edit en Ning zitten met_______docent in de kantine.

Maria moet voor______werk naar Indonesie.

Vera en Hilda, vertellen jullie eens over ___________vakantie.

Extra woordenschat taak 1.

alleen =ik ben alleen thuis/ik spreek alleen Engels

beetje = ik spreek een beetje Nederlands

beneden/boven = ik ga naar boven/beneden

delen= zullen we de pizza delen?

daarom=ik heb geen geld daarom ga ik dit jaar niet op

vakantie

het dorp =de stad

het gezin (ouders en eventuele kinderen)

de familie (ouders, kinderen,ooms,tantes,nichten,neven)

hartstikke = zeer    hartstikke leuk/goed/bedankt

licht= een lichte kamer / een donkere kamer

het licht= het licht is aan/uit/ ik doe het licht aan/uit

rustig/onrustig= ik woon in een rustige buurt

de verdieping = ik woon op de eerste verdieping

vierkante meter = mijn kamer is 25 vierkante meter

vrij=behoorlijk    = mijn kamer is vrij klein

zelfs = zelfs kleine kinderen begrijpen wat hij zegt

zo'n = ik heb zo'n honger/dorst/ik heb zo'n tafel met 3 poten

zonder/met = mag ik een hamburger zonder augurk?

Pak het werkblad, lees de tekst en beantwoord de vragen.

Tekst ''Mijn huis (A1)

Huiswerk : maak opdracht 8 bl.86.Schrijf over je ideale huis.