LUK4_PVS_lesweek4_bijeenkomst2

LUK 6
PVS
Lesweek 4
Bijeenkomst 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
PvsHBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

LUK 6
PVS
Lesweek 4
Bijeenkomst 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
1. De student benoemt en interpreteert epidemiologische gegevens van een gezondheidsprobleem binnen een specifieke populatie.
2. De student verkent culturele, religieuze, geografische en maatschappelijke factoren die van invloed zijn op het gezondheidsprobleem en beschrijft hoe deze de zorgvraag beïnvloeden.
3. De student beargumenteert de verpleegkundige relevantie van het gezondheidsprobleem.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda
  • Bespreking voorbereidingsopdracht
  • Quiz: epidemiologische begrippen
  • Start onderdeel 2 van gezondheidskundige analyse

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Check?
- Samenwerkingskaart gemaakt?
- Onderdeel 1 van gezondheidskundige analyse af?

Vragen hierover?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

30.000 mannen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ja, er is verschil 
Dat komt door verschil
in de prevalentie.

Er zijn 1,73 keer meer
vrouwen dan mannen
met artrose.

De kosten zijn echter
1,85 keer hoger.

Conclusie?

Slide 6 - Slide

Benadruk dat je hieruit niet kunt concluderen dat vrouwen zich aanstellen. Bedenk met studenten factoren die zouden kunnen verklaren dat er voor vrouwen relatief hogere zorgkosten zijn bij artrose.
Voorbeelden van denkrichtingen:
Verschil in symptomen (mogelijk hebben vrouwen sneller/ vaker last van artrose)
Verschil in behandeling
Verschil in comorbiditeit (die aanwijzing kan je nog ondersteunen met het gegeven dat het absolute verschil in prevalentie stijgt met de leeftijd)
Relatief lage vermijdbare sterfte
Verklaringen NL:
- Groeiende focus op preventie in NL
- Sterke infrastructuur
- Kwalitatief goede gezondheidszorg
- Relatief hoge uitgaven aan zorg

En Letland dan?
- Relatief zeer laag zorgbudget p.p.
- Hoge kosten, lange wachttijden
- In top 5 alcoholconsumptie
- Vergrijzing
- Kwaliteitsproblemen gezondheidszorg

Slide 7 - Slide

Benadruk dat deze verklaringen niet sluitend zijn, maw; er zijn heel veel factoren (groot en klein) die leiden tot een dergelijke "ranglijst"
Wat is de incidentie van een ziekte?
A
Totaal aantal mensen dat ooit de ziekte heeft gehad
B
Aantal nieuwe gevallen van de ziekte in een bepaalde periode
C
Percentage mensen dat is genezen van de betreffende ziekte
D
De gemiddelde ziekteduur

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent prevalentie?
A
Het aantal nieuwe ziektegevallen per jaar
B
Het totaal aantal mensen met een ziekte op een bepaald moment
C
Het aantal mensen dat aan een ziekte is overleden
D
De ernst van de symptomen binnen een bepaalde populatie

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met DALY (disability adjusted life year)?
A
Aantal gezonde levensjaren gewonnen door een behandeling
B
De tijd die zorgverleners besteden aan de zorg voor een zorgvrager
C
Maat voor verloren gezonde levensjaren door ziekte
D
Score om de kwaliteit van een behandeling te meten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met QALY (quality adjusted life year)?
A
De totale levensduur van een zorgvrager, gecorrigeerd voor kwaliteit van zorg
B
Het aantal zorgmomenten binnen een zorgketen
C
Ziektelast uitgedrukt in financiële verliezen
D
Levensduur gecorrigeerd voor kwaliteit van leven

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met het begrip populatie?
A
Alle zorgvragers met dezelfde ziekte wereldwijd
B
De groep zorgverleners die aan dezelfde zorgvragers zorg verleent
C
Een groep mensen met dezelfde kenmerken
D
Een groep mensen met dezelfde medische behandeling

Slide 12 - Quiz

Leg evt uit dat A en D te specifiek zijn, het gaat bij een populatie niet alleen om ziekte, ook om gezondheid.
Wat wordt bedoeld met het begrip gedragsdeterminant?
A
Een meetinstrument voor gezondheid
B
Een factor die gedrag beïnvloedt
C
Een diagnose voor risicogedrag
D
Een richtlijn voor leefstijlinterventies

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een beschermende factor bij een gezondheidsprobleem?
A
Een gedraging of omgevingsfactor die het probleem kan verergeren
B
Erfelijke aanleg voor het ontstaan van een ongeneeslijke ziekte
C
Een factor die helpt het gezondheidsprobleem te voorkomen of verminderen
D
SPF 50

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent multimorbiditeit
A
Aanwezigheid van meerdere zorgverleners bij een zorgvrager
B
Bijwerkingen van een medicamenteuze behandeling tegen ziekte
C
Gelijktijdige aanwezigheid van meerdere chronische aandoeningen
D
De aanwezigheid van een aandoening naast een primaire, centraal staande ziekte of aandoening.

Slide 15 - Quiz

D = comorbiditeit
Wat is stigmatisering in de context van gezondheidsproblemen?
A
Veroordeling of uitsluiting wegens het hebben van een ziekte
B
Overdrijven van de prevalentie van een ziekte
C
Stoppen van een behandeling van een zorgvrager op basis van aanzienlijke, onomkeerbare ziektelast
D
Het inzetten van de media om gezondheidsproblemen bespreekbaar te maken

Slide 16 - Quiz

D = comorbiditeit
Welke van onderstaande opties is een voorbeeld van maatschappelijk perspectief op een gezondheidsprobleem?
A
Incidentie van hart- en vaatziekten bij mannen boven de 60
B
Onzekerheid over de precieze prevalentie van psychische problemen onder jongeren
C
De opvatting dat obesitas een gevolg is van keuzes en luiheid
D
De farmacologische werking van een cholesterol verlagend medicijn

Slide 17 - Quiz

D = comorbiditeit
Je bent geïnteresseerd in mensen met de ziekte van Parkinson die last hebben van slikproblemen. Dit is je...
A
Doelpopulatie
B
Bronpopulatie
C
Steekproef
D
Populatie

Slide 18 - Quiz

D = comorbiditeit
Je bent geïnteresseerd in mensen met de ziekte van Parkinson die last hebben van slikproblemen. Dit is je...
A
Doelpopulatie
B
Bronpopulatie
C
Steekproef
D
Populatie

Slide 19 - Quiz

D = comorbiditeit
Start onderdeel 2

Denk aan de afspraken op de
samenwerkingskaart

Gebruik de toolbox (zie onbegeleide tijd)


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afronding
Vragen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding volgende bijeenkomst!
Zie BrightSpace!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions