ADJEKTIVE met der- en ein-groep

Uitleg Adjektiv
Bijvoeglijk naamwoord (bn) = ADJEKTIV
- noemt een eigenschap/ kenmerk van een zelfstandig naamwoord.
- Kan voor een zelfstandig naamwoord worden gezet.
Voorbeeld:  de mooie beer
de (lw) beer (zn)         -          de (lw) mooie (bn) beer (zn)
                                                   Der schöne Bär.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Uitleg Adjektiv
Bijvoeglijk naamwoord (bn) = ADJEKTIV
- noemt een eigenschap/ kenmerk van een zelfstandig naamwoord.
- Kan voor een zelfstandig naamwoord worden gezet.
Voorbeeld:  de mooie beer
de (lw) beer (zn)         -          de (lw) mooie (bn) beer (zn)
                                                   Der schöne Bär.

Slide 1 - Slide

Wat is een Adjektiv?
een Adjektiv = een bijvoeglijk naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord...
 zegt iets over een zelfstandig naamwoord; 
betreft vaak een eigenschap of een kenmerk;
staat vaak vóór het zelfstandig naamwoord.


Voorbeeld: Mijn oom heeft een mooie auto. 
Auf Deutsch: Mein Onkel hat ein schönes Auto.

Slide 2 - Slide

Let op: de uitgangen van het Adjektiv zijn altijd
 -en (in de sleutel)

en niet -en 
 -->
na "der" mannelijk -e
na "die" vrouwelijk -e
na "das" onzijdig   -e

na "ein" mannelijk  -er
na "eine" vrouwelijk -e
na "ein" onzijdig     -es

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe
Bijvoeglijk naamwoord:
"der" - groep
d-  dies-  jen-  jed-  manch-  solch-
welch- all-

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe
Bijvoeglijk naamwoord:
"ein"- groep
ein-  kein-  
mein-  dein-  sein-  ihr-  sein-
unser-  euer-  ihr-  Ihr-

Slide 5 - Slide

Wat is de meest voorkomende uitgang van het Adjektiv in het Duits ?
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 6 - Quiz

In welke naamval(en) komt deze meestvoorkomende uitgang -en ALTIJD voor ?
A
1e en 2e naamval
B
2e en 3e naamval
C
3e en 4e naamval
D
1e en 4e naamval

Slide 7 - Quiz

Waar komt de meestvoorkomende uitgang -en UITSLUITEND voor ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 8 - Quiz

Samengevat: Adjektiv in de"der-Gruppe)

Je hoeft dus alleen maar op te letten bij 
mannelijk:  der   -e  (uitgang Adjektiv)
vrouwelijk:   die    -e   (uitgang Adjektiv)   
onzijdig:    das   -e  (uitgang Adjektiv)

Slide 9 - Slide

Samengevat: Adjektiv in de "ein-Gruppe"
Je hoeft dus alleen maar op te letten bij  
mannelijk:  ein    -er  (uitgang Adjektiv) 
vrouwelijk: eine    -e (uitgang Adjektiv) 
     onzijdig: ein    -es (uitgang Adjektiv)

Slide 10 - Slide

Er trägt meinen blau... Pulli (m).
A
e
B
er
C
en
D
em

Slide 11 - Quiz

Ich habe diese braun... Schuhe (mv).
A
e
B
en
C
er
D
em

Slide 12 - Quiz

Wir fahren mit einem rot..... Boot (o).
A
e
B
en
C
er
D
em

Slide 13 - Quiz

Mein Bruder hat ein gelb...... T-Shirt (0) bekommen.
A
-en
B
-es
C
-e
D
-er

Slide 14 - Quiz

Durch die rot... Hose (v) siehst du hübsch aus!
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 15 - Quiz

Mit unserem blau... Auto(o) fahren wir durch Frankreich!
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 16 - Quiz

Ein gut..... Arzt arbeitet im Krankenhaus.
A
-en
B
-e
C
-es
D
-er

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

EVALUATIE!!
Vul op de volgende slide in welk antwoord voor jou van toepassing is!

Slide 20 - Slide

Ken je nu de uitgangen van het Adjektiv na de "der" en "ein"- groep?
A
Nee, ik snap er niets van
B
Ja, ik begrijp het helemaal.
C
ik heb begrijp het enigzins, maar moet nog verder oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig en vraag dit aan mijn docente

Slide 21 - Quiz

Dankjewel voor je antwoord.

Slide 22 - Slide