Formative Grammar - Genitive 's

Genitive 's of s' of 'of'
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Genitive 's of s' of 'of'

Slide 1 - Slide

Wat is de Genitive 's/'of'?
De genitive ('s of s') geeft bezit aan. Je gebruikt de genitive bij:
- Personen
- woorden die te maken hebben met tijd en afstand
- Plaatsen
 

Slide 2 - Slide

Practice
Hierna volgen oefeningen. Maak een genitive van de woorden tussen haakjes. Als antwoord geef je alleen de genitive, niet de hele zin. 

Slide 3 - Slide

They visited the (palace/queen) ____.

Slide 4 - Open question

Excuse me, can you tell me where the (department/children) ____ is?

Slide 5 - Open question

The (bikes/boys) ____ looked pretty new.

Slide 6 - Open question

(parents/my friend) ____ are both teachers.

Slide 7 - Open question

The colour of (bike/my daughter) ____ is pink.

Slide 8 - Open question

(friend/Jess) ____ is also a teacher.

Slide 9 - Open question

Let’s go to (John) ____ .

Slide 10 - Open question

'Joy' is the (name/the school)______.

Slide 11 - Open question

These are the (pencils/boys)____.

Slide 12 - Open question

(Sisters/Peter)____ are twelve years old.

Slide 13 - Open question

I need some bread, could you get one at the (baker)___.

Slide 14 - Open question

Her office is at the (top/the building)_____

Slide 15 - Open question

Einde van de oefening
Controleer hoeveel fouten je had (zonder spel/hoofdletter fouten) en besluit aan de hand hiervan of je naar de extra uitleg gaat of niet. 

Slide 16 - Slide