Werkwoordspelling persoonsvorm tt + vt

Lesplanning klas 2A
- 10 min.  Vrij Lezen
- Uitleg fictie les 48: Thema 

Zelfstandig werken:
Huiswerk maken



timer
10:00
Huiswerk ma. 24 oktober
Stencils werkwoordspelling af 
Fictie les 48: lees de leertekst 
maak: 1,2,8, 9 en 12 
27 oktober: inleveren boekopdracht 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning klas 2A
- 10 min.  Vrij Lezen
- Uitleg fictie les 48: Thema 

Zelfstandig werken:
Huiswerk maken



timer
10:00
Huiswerk ma. 24 oktober
Stencils werkwoordspelling af 
Fictie les 48: lees de leertekst 
maak: 1,2,8, 9 en 12 
27 oktober: inleveren boekopdracht 

Slide 1 - Slide

Thema van een verhaal
Een thema is de kortst mogelijke samenvatting van een verhaal:
- sprookje —> thema is: een wijze les (eerlijk en eenvoud is belangrijk).
- Harry Potter —> thema: de strijd tussen goed en kwaad (Harry Potter moet Voldemort bestrijden). 

Slide 2 - Slide

Meerdere thema's
Een verhaal kan meerdere thema’s hebben, maar er is er altijd 1 die de overhand neemt. Die het belangrijkste is:
bijv: Een weeffout in onze sterren - John Green.
Twee tieners die verliefd op elkaar worden, maar ook ernstig ziek zijn. 
Thema: vriendschap, ziekte en dood. 

Slide 3 - Slide

Bepalen van een thema
Onderwerp van een verhaal kun je vaak omschrijven in 1 woord.
Als je nauwkeuriger het verhaal wilt omschrijven, dus het thema wil verwoorden, heb je vaak meer woorden nodig. Vaak gebruik je hiervoor een korte zin. 

Stel jezelf altijd de volgende vragen;
- wat is de ‘wijze les’ van dit verhaal?
- wat wil de schrijver meegeven over het onderwerp?
- Wat ontdekt de hoofdpersoon in de loop van het verhaal? Verandert hij/zij in de loop van het verhaal van mening?

Oefenen een de hand van drie filmtrailers. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Schema werkwoordspelling
Oefenen aan de hand van het net uitgedeelde schema 

1. Mijn broers en zussen hebben hun naam op de kaart …..(vermelden)
2. Elske…. (verhuizen,tt) elke vijf jaar naar een andere stad.
3. Wanneer …..(worden,tt) zij toegelaten tot het conservatorium?
4. Elke week …..(melden,vt) Jorrit zich af voor de training.

Slide 12 - Slide

Nu zelf aan de slag! 
- Maak de oefenbladen werkwoordspelling 
- oefen eventueel extra op Cambiumned.nl 

Huiswerk:
Oefenbladen werkwoordspelling 
Fictie les …



Slide 13 - Slide