vruchten en zaden

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

-Thema 6 

-Basisstof 5 vruchten en zaden

Basisstof 1, 2 en 4

Terugblikken op de vorige les

Wat hoort waarbij?

Insectenbloemen

Windbloemen

Hoeveelheid stuifmeel

Kenmerk stuifmeel

Stamper zit IN / BUITEN
de kroonbladeren

Veel

Weinig

Licht

Plakkerig

in

buiten

Een insectenbloem heeft heel veel stuifmeel, zo'n bloem heeft meer stuifmeel van dan een windbloem.

1. Waar
2. Nietwaar

Uit een vruchtbeginsel kan een zaad en meerdere vruchtbeginsels groeien.

1. Goed
2. Fout

Wat ontstaat er uit het
vruchtbeginsel?

1. een vrucht
2. een komkommer
3. een appel
4. een tomaat

Wat zit er in een vruchtbeginsel?

1. stuifmeelkorrels
2. zaadbeginsel

1. Nectar is stuifmeel.

2. Windbloemen hebben grote meeldraden die veel stuifmeel maken.

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1 waar 2 nietwaar
4. 1 nietwaar 2 waar

Stuifmeel wordt verspreid door

1. Insecten
2. De wind
3. Zowel insecten als de wind
4. De plant zelf, insecten en de wind

Lesdoel

Aan het einde van de les 

-Kan je uitleggen hoe een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel.

Vruchten en zaden

Peulvrucht

Zaden

-Na de bevruchting ontstaan er zaden 

-Deze zaden groeien uit zaadbeginsels

-In elke zaad zit weer een kiem

Kiem

-De kiem bestaat uit de bevruchte eicel

-Uit de kiem kan weer een nieuwe plant ontstaan

Peulvruchten

Langwerpige vruchten van bonenplanten noemen we 

PEULVRUCHTEN

voorbeelden zijn hiernaast te zien. 

verschillende pitten en zaden

Appels zijn de vruchten van appelbomen 

Samengevat

Wat blijft er aan de vrucht zitten na de bevruchting

1. De meeldraden
2. De kroonbladeren
3. De kelkbladeren
4. De nectar

wat zijn erwten

1. De vrucht
2. De zaden
3. het vruchtbeginsel
4. Het zaadbeginsel

Pitten zijn hetzelfde als zaden

1. Waar
2. Niet waar

geef een voorbeeld van een vrucht

Opdrachten maken

Maak opdracht 3 t/m 8 

Basisstof 5