Het ICF-schema — Lichaam, Doen, Samen, Ik en Omgeving

Het ICF-schema — Lichaam, Doen, Samen, Ik en Omgeving
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerzorgingSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het ICF-schema — Lichaam, Doen, Samen, Ik en Omgeving

Slide 1 - Slide

De mens in zijn geheel: het ICF-schema”


Leren kijken naar wat iemand kan, voelt en nodig heeft

Slide 2 - Slide

Wat is het ICF-schema?
Het ICF-schema helpt ons om naar de volledige mens te kijken, niet enkel naar een ziekte of beperking





Slide 3 - Slide

We leren zien:

wat er met het lichaam is,

wat iemand kan doen,

hoe iemand kan meedoen met anderen,

wie iemand is,

en wat de omgeving kan doen.

Slide 4 - Slide

💪 Lichaam
👉 Wat is er aan het lichaam of de gezondheid?
Voorbeelden:
pijn aan de rug
gebroken arm
slecht zicht
verkouden zijn

Slide 5 - Slide

Wat helpt jouw lichaam om zich beter te voelen?

Slide 6 - Mind map

Doen
👉 Wat kan iemand (tijdelijk) niet of moeilijk doen?
Voorbeelden:
- wandelen
- schrijven
- koken
- zich wassen

Slide 7 - Slide

wat zou jij moeilijker kunnen doen als je je arm breekt?

Slide 8 - Mind map

Samen
Hoe kan iemand meedoen met anderen?
naar school of werk gaan
vrienden zien
hobby’s doen
contact met familie

Slide 9 - Slide

wat verandert er voor iemand als hij minder kan meedoen aan activiteiten?

Slide 10 - Mind map

Ik

wat zegt dit over de persoon zelf?
leeftijd
karakter (doorzetter, bang, positief…)
motivatie
gevoelens

Slide 11 - Slide

Hoe reageer jij als iets tegenzit?

Slide 12 - Mind map

Omgeving
Alles rond de persoon dat helpt of moeilijk maakt.
familie, vrienden
huis, school
hulpmiddelelen
geld, zorg, vervoer

Slide 13 - Slide

welke dingen in je omgeving helpen je als je het moeilijk hebt ?

Slide 14 - Mind map

Tom (16 jaar, arm gebroken)

Lichaam 

 Doen

  Samen
 Ik 
 Omgeving 



Arm in gips 

 Niet schrijven, niet sporten 

 Mist team
 Teleurgesteld maar positief  Ouders en vrienden helpen 

Slide 15 - Slide

Sara is moe
A
lichaam
B
samen
C
doen
D
ik

Slide 16 - Quiz

ze kan niet sporten
A
ik
B
omgeving
C
doen
D
samen

Slide 17 - Quiz

Haar vrienden helpen haar.
A
lichaam
B
samen
C
doen
D
ik

Slide 18 - Quiz

Ze blijft positief
A
lichaam
B
samen
C
doen
D
ik

Slide 19 - Quiz

ze krijgt thuisverpleging
A
lichaam
B
omgeving
C
ik
D
doen

Slide 20 - Quiz