regeling algemeen

Zenuwstelsel <> Hormoonstelsel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zenuwstelsel <> Hormoonstelsel

Slide 1 - Slide

Hypofyse
Schildklier
Bijnieren
Eilandjes v langerhans
Eierstokken
Teelballen

Slide 2 - Drag question

Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier
Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse

Slide 3 - Drag question

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 4 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel

Slide 6 - Drag question

Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg vormen samen het...
A
zenuwen
B
zenuwstelsel
C
centrale zenuwstelsel
D
hypofyse

Slide 7 - Quiz

Verwerkt het zenuwstelsel impulsen van je reukzintuig?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Cellichaam
Celkern
Uitloper
Uitloper

Slide 9 - Drag question

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel

Slide 10 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Rugzijde
Buikzijde
Zenuwknoop
Witte stof
Grijze stof
Bewegingszenuw
gevoelszenuw

Slide 12 - Drag question

Zet in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Prikkel
zintuigcel
Impuls
Hersenen
verwerken info
Impuls
spieren
bewegen

Slide 13 - Drag question

1
2
3
4
5
6
7
8
Zintuig -> impuls
Koud water prikkel
Bewustwording
Bewegingszenuw
Gevoelszenuw
Schakelzenuwcellen
Impuls
Impuls naar hersenen

Slide 14 - Drag question

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 15 - Quiz

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Je luchtpijp hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 17 - Quiz

Je hart hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 18 - Quiz

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af

Slide 19 - Quiz

Wat zijn hormonen
A
hypofyse
B
Regelstofjes
C
voedingsstof

Slide 20 - Quiz

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken

Slide 21 - Quiz

Enkele hormoonklieren bij mensen zijn: eierstokken, schildklier en teelballen.
Welk of welke van deze klieren worden beïnvloed door hormonen uit de hypofyse?
A
Eierstok
B
Schildklier
C
Teelballen
D
Allemaal

Slide 22 - Quiz

De hersenen bestaan uit...
A
de hersenstam en de hersenzenuwen
B
de hersenstam en de zintuigen
C
de hersenstam, de grote en de kleine hersenen
D
grote en kleine hersenen en de zintuigen

Slide 23 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Verdovende middelen laten je hersenen anders werken
B
Verdovende middelen laten je hersenen sneller werken
C
Stimulerende middelen laten je hersenen sneller werken
D
Bewustzijnsveranderende middelen werken versuffend

Slide 24 - Quiz

Welke organen hebben veel last van alcoholgebruik?
A
hart, longen , lever
B
hart, nieren en lever
C
lever, nieren , hersenen
D
lever, hersenen,longen

Slide 25 - Quiz

Op welke plek zitten schakelcellen?
A
in de benen
B
In het ruggenmerg
C
In de spieren
D
in de armen

Slide 26 - Quiz

maken: 39 t/m 43+ 46 t/m 50

Slide 27 - Slide