2. Kringloop van het water

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Kringloop van het water 

Leerdoelen

• Je kunt de korte en de lange kringloop van water beschrijven en verklaren.

• Je kunt de aanvoer, opslag en afvoer van water in stroomgebieden beschrijven en verklaren.

Examenvraag 

maximumscore 2

1 = juist

2 = onjuist

3 = juist

indien drie antwoorden juist 2 indien twee antwoorden juist 1 indien minder dan twee antwoorden juist 0

Opdracht 

Kaartjes 

Stoepkrijt 

De basis 

70%

30%

Het water 

97% zout 

3 %  zoet 

Dat zoete water zit in 

• ijskappen
• grondwater 
• rivieren - meren ed. 

Waarom is zout water nodig voor het maken van zoet water?

Stroomgebied

Is een gebied met een hoofdrivier met al haar zijrivieren, die via de hoofdrivier al het water afvoert 

1.

2.

3.

4.

Schelde 

Eems 

Rijn

Maas 

De vier grote stroom-gebieden van Nederland 

Welk woord hoor hierbij? 

Waterscheiding tekenen

Wat als er in Frankrijk een giflozing plaatsvindt in de Maas? 

Beantwoord de examenvraag 

maximumscore 2

1 = juist

2 = onjuist

3 = juist

indien drie antwoorden juist 2 indien twee antwoorden juist 1 indien minder dan twee antwoorden juist 0

Nog eentje 

maximumscore 2

Voorbeelden van juiste oorzaken zijn twee van de volgende:

− Een deel van het water verdampt.

− Een deel van het water wordt verbruikt.

− Een deel van het water infiltreert naar diepere bodemlagen.

− Een deel van het water wordt opgeslagen in spaarbekkens.

Hoe goed ken je het nu? 

Maak de zin af. 

In de bron zie je een gedeelte van de 

.....................................

kringloop. 

Korte 

Lange 

Sleep de woorden de juiste plek. 

Water dat door warmte verdampt neemt een .................. vorm aan. 

Water in deze vorm kan condenseren bij lage temperaturen en krijgt een ......................vorm. 

Het water in deze fase zal bij temperaturen onder de nul graden gaan bevriezen en krijgt daardoor een .................... vorm. 

Gasvormig

Vloeibare 

Vaste 

Welke kleur heeft
het stroomgebied
van de Maas?

1. Geel
2. Blauw
3. Groen
4. Paars

Waardoor verandert het debiet door het jaar?
Veranderingen in de:

1. Temperatuur in het stroomgebied
2. Hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied
3. Vegetatie in het stroomgebied
4. Neerslag in het stroomgebied

Welk begrip hoort bij de hele afbeelding

1. bovenloop
2. stroomgebied
3. waterscheiding
4. benedenloop

Waar ligt hier de waterscheiding?

A

B

C

D

1. A
2. B
3. C
4. D

Wat moet je nu kunnen en kennen? 

Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.

Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.