§3.3 Water op aarde deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Openingsfoto

Wat zie je?

Wanneer komt het voor?

Waarom komt dit voor?

Is dit gewenst?

Komt dit overal zo voor? 

Binnen is beginnen!

Binnen is beginnen!

• Ga op je plek zitten,
• Pak je ipad voor,
• Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
• Beantwoord de 5 vragen van de openingsfoto met je buur aan je tafel
• Wanneer de timer afloopt, is het stil!

De proef!

Vraag 1: Welke benodigdheden zie je?

Vraag 2: Wat denk je wat er gaat gebeuren?

Vraag 3: Wat zie je gebeuren?

Vraag 4: Verklaar wat je ziet?

Startopdracht

Wat?	Bekijk de paragraaf en de lessonup en maak daarna een keuze
Hoe?	Zelfstandig in stilte
Hulp	Brein, Boek, Buur, Bureau
Tijd	Timer
Klaar?	Keuze 1: Ik begrijp het goed: ga zelfstandig aan het werk + verdieping Keuze 2: Ik begrijp het bijna: ga zelfstandig aan het werk + herhaling Keuze 3: Ik vind het nog lastig: doe mee met de instructie

Binnen is beginnen!

Binnen is beginnen!

• Ga op je plek zitten,
• Pak je laptop/iPad voor,
• Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
• Doe de startopdracht

Hoofdstuk 3: 

Oorlog en crisis

§3.3 

Water op aarde deel 1

Lesplanning 

Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen: 

Uitleg van §3.3 'Water op aarde' deel 1

Maak van §3.3 'Water op aarde' vraag 1 t/m 3 + 7

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelen van deze les

1. Leg in stappen uit hoe neerslag ontstaat
2. Leg de korte of de lange waterkringloop uit
3. Welke 3 soorten rivieren zijn er?
4. Leg uit wat een stroomgebied is.

Wat weet je nog van de vorige les?

Zoet water 

Zout water 

gletsjers 

rivieren 

97%

zeeën

3%

meren 

rivieren

in de bodem

ijs 

waterdamp

oceanen 

Waterfeiten

• 70% water
• 30% land
• 97% zout 
• 3 % zoet 

Het zoete water zit in 

ijskappen, grondwater 

rivieren, meren en waterdamp in de lucht.

ijskappen en gletsjers 

grondwater 

oppervlakte

water

overig 

30,1%

0,9%

68,7%

0,3%

Hoe ontstaat neerslag?

1. water wordt verwarmd,
2. water verdampt,
3. warme lucht met water

damp stijgt op,

4. warme lucht met waterdamp koelt af,
5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken.

De waterkringloop

• Bij de korte kringloop valt de neerslag regelrecht in zee terug.
  
• Bij de lange kringloop valt de neerslag op het land en gaat het water via een 'omweg' terug naar zee.

condensatie

Infiltreert 

Bij de korte kringloop valt de neerslag regelrecht in zee terug.

Bij de lange kringloop valt de neerslag op het land en gaat het water via een 'omweg' terug naar zee.

Wat drijft de waterkringloop aan?

1. De zon
2. De wolken
3. Het water
4. De sneeuw in de bergen

De waterkringloop begint met.......

1. condenseren
2. verdampen
3. infiltratie
4. erosie

Drie soorten rivieren 

gletsjerrivier

regenrivier

gemengde rivier

Welke rivier is wat? 

Maas

regenrivier

Schelde

regenrivier

Eems

regenrivier

Rijn

Gemengde rivier

Je kan kijken hoe hoog het is waar de rivier begint.

Nee, andere plekken in het stroomgebied kan veel regen vallen

Stroomgebied

Stroomgebied = een gebied waar al het regenwater en smeltwater via hoofdrivier en haar zijrivieren wordt afgevoerd.

De vier stroomgebieden van Nederland

• Maas
• Rijn
• Schelde 
• Eems

Waterscheiding

Elk stroomgebied wordt begrenst door de waterscheiding.

Aan het werk 

Ik begrijp het wel	Ik begrijp het bijna	Ik vind het nog lastig
Zelfstandig werken: TL: §3.3 vraag 1 t/m 3 + 7 K: §3.3 vraag 1 t/m 3 + 7 B: §3.3 vraag 1 t/m 3 + 7 Klaar? Maak de verdieping	Maak de opdrachten Klaar? Maak de herhaling	Extra uitleg en maak daarna de opdrachten Klaar? Maak de herhaling

Lesdoelencheck

1. Leg in stappen uit hoe neerslag ontstaat
2. Leg de korte of de lange waterkringloop uit
3. Welke 3 soorten rivieren zijn er?
4. Leg uit wat een stroomgebied is.

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je geleerd deze les?