BLOK 1 SPELLING

Welkom Toppers!

Kort rooster vandaag! 
Nederlands
Meneer Bakker 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom Toppers!

Kort rooster vandaag! 
Nederlands
Meneer Bakker 

Slide 1 - Slide

Iedereen aanwezig?

Slide 2 - Slide

Wat hebben we vorige les gedaan? 

Slide 3 - Slide

Nakijken huiswerk

Slide 4 - Slide

Lesdoelen vandaag

Aan het einde van deze les:

- kun je het verschil uitleggen tussen de  STAM  en
 de  IK-VORM  van een werkwoord.


Slide 5 - Slide

Wat kan er zo moeilijk zijn aan werkwoordspelling?

Slide 6 - Slide

Bespreken en maken
  • Bespreken blz. 28   opdracht 23 

Slide 7 - Slide

Bespreken en maken

  • blz. 28   opdracht 24   lezen voorbeeld

  • daarna zin 2 t/m 6 maken (alleen de werkwoorden opschrijven)

Slide 8 - Slide

Theorie blz 29 
Als je het werkwoord goed wilt schrijven, begin je bij de stam. De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder '-en'

De stam lijkt heel vaak op de ik-vorm!

Slide 9 - Slide

Theorie blz 29 
Als je het werkwoord goed wilt schrijven, begin je bij de stam. De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder '-en'

De stam lijkt heel vaak op de ik-vorm!

Slide 10 - Slide

De boom is het hele werkwoord. Als je -en- eraf haalt, heb je de stam.

Slide 11 - Slide

De stam van wandelen is....

Slide 12 - Open question

De stam van lopen is .....

Slide 13 - Open question

De stam van schrijven is.......

Slide 14 - Open question

De stam van blazen is......

Slide 15 - Open question

Dus


De stam van een werkwoord vind je door

-en

van het werkwoord weg te halen.

Slide 16 - Slide

Ik-vorm
Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

Slide 17 - Slide

Ik-vorm


Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

  • printen          print          ik print
  • praten            prat           ik praat
  • beloven         belov        ik beloof    
  • vissen             viss           ik vis

Slide 18 - Slide

wandelen:
de stam is: wandel
de ik-vorm is......

Slide 19 - Open question

lopen:
de stam is lop
de ik-vorm is.....

Slide 20 - Open question

schrijven:
de stam is schrijv
de ik-vorm is .....

Slide 21 - Open question

blazen
de stam is blaz
de ik-vorm is ....

Slide 22 - Open question

Aan de slag

Opdracht 25, 26 en 27 in je schrift

Eerder klaar? Steek even je vinger op
 
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Zelf nakijken opdr. 25-26
  1. wens, ik wens  *
  2. print, ik print    *
  3. schiet, ik schiet   *   
  4. prat, ik praat  
  5. drink, ik drink    * 
  6. belov, ik beloof  
  7. roei, ik roei   *  
  8. remm, ik rem  
  9. hal, ik haal    
  10. zwemm, ik zwem 
Verbeter zelf de  antwoorden. 
(Heb je een rode pen?)

Slide 24 - Slide

spelling 1.7. 
Lees de uitleg op bladzijde 31.
maak daarna de volgende twee learningapps.

Slide 25 - Slide

spelling 1.8. 
Lees de uitleg op bladzijde 32.

Slide 26 - Slide

Opdracht 27.1
Schrijf 3 werkwoorden op waarvan de stam hetzelfde is als de ik-vorm

Slide 27 - Mind map

Opdracht 27.2
Schrijf 3 werkwoorden op waarvan de stam niet (!) hetzelfde is als de ik-vorm

Slide 28 - Mind map

Afsluiting werkwoorden
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen de stam en de ik-vorm 

Slide 29 - Slide

Hoe lastig vind je de werkwoordspelling?
05

Slide 30 - Poll