Gezonde Start 2 voeding

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Gezonde Start 2

Wat gaan we leren vandaag?

• Je krijgt inzicht in het voedingsbeleid van de organisatie waar je stage 

   loopt. 

• Je wordt je bewust van het belang van goed  voorbeeldgedrag, zowel op 

    het gebied van eten en bewegen als op andere gebieden.

• Je krijgt inzicht in de eigen normen en waarden ten aanzien van voeding  

    en bewegen in relatie tot opvoeding.

Waarom een voedingsbeleid?

Waarom werken aan voeding?

- Als kinderen gezond eten krijgen ze de voedingsstoffen binnen die ze nodig hebben.

- Goede voeding verkleint de kans op ziekten, zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten en        

   kanker.

- Goed eten kan helpen een gezond gewicht te behouden.

- Gezonde en duurzame keuzes gaan vaak hand in hand; het is beter voor onszelf en voor het 

   milieu.

- Gezonde gewoonten aanleren is gemakkelijker dan later iets ongezonds afleren. Dat geldt ook 

   voor gezonde voedingsgewoonten.

Opdracht

- Ga op zoek naar het voedingsbeleid van jouw kinderopvangorganisatie.

- Vergelijk dit beleid met het voorbeeldbeleid van het voedingscentrum; 

zie website gezonde kinderopvang (onder aan de slag met voeding, pijler beleid).

- Vorm een conclusie: Wat zijn opvallende verschillen en overeenkomsten? Wat kan er eventueel beter? Andere punten die opvallend zijn?

www.bing.com

Nabespreken

- Wat komt er in je op bij dit filmfragment? Wat is jouw mening?

- Hoe hangt dit samen met gezonde leefstijl in interactie met jou als PM'er?

Wat vinden jullie zelf?

In groepjes gaan jullie een casus bespreken, je bespreekt samen:

- Wat zijn mijn eigen normen en waarden in deze situatie?

- Waar liggen mijn grenzen?

- Zijn er verschillen in jullie groep?

- Verwacht je ook verschillen met normen en waarden van ouders?

- Hoe ga je om met deze verschillen?

Normen en Waarden

Normen: ongeschreven regels over hoe we ons zouden moeten gedragen.

Waarden: de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid (die je belangrijk vindt als persoon of groep.

"Het aanbieden van gezonde snacks zoals fruit en groenten draagt bij aan de ontwikkeling van goede eetgewoonten bij kinderen."

1. Eens
2. Oneens

"Het is belangrijk om ouders te betrekken bij het opstellen van het voedingsbeleid in de kinderopvang."

1. Eens
2. Oneens

"Het beperken van suikerhoudende dranken in de kinderopvang helpt bij het voorkomen van obesitas bij kinderen."

1. Eens
2. Oneens

"Het is niet nodig om aandacht te besteden aan de voedingswaarde van maaltijden in de kinderopvang, zolang de kinderen maar genoeg eten."

1. Eens
2. Oneens