Paragraaf 5.2 - Gemiddelde snelheid

5.2 Gemiddelde snelheid
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.2 Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van paragraaf 5.2
1. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
2. Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h.
3. Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Met welke eenheid kun je afstand aanduiden? (meer antwoorden zijn goed)
A
Kilometer
B
Lengte
C
Afstand
D
Meter

Slide 4 - Quiz

Grootheden en eenheden
In de natuurkunde en scheikunde hebben we het vaak over grootheden en eenheden. Hieronder staat een lijstje welke grootheden en eenheden we in deze paragraaf gebruiken:

Grootheid
Eenheid 1
Eenheid 2
Afstand
meter (m)
kilometer (km)
Tijd
seconden (s)
uur (h)
Snelheid
meter per seconde (m/s)
kilometer per uur (km/h)

Slide 5 - Slide

Met welke eenheid kun je tijd aanduiden? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Seconden
B
Uren
C
Minuten
D
Klok

Slide 6 - Quiz

De formule voor gemiddelde snelheid



In deze les gebruiken we voor afstand de eenheden meter en kilometer, voor tijd gebruiken we de eenheden seconden en uren
Vgem=ts

Slide 7 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Stel dat een auto 200 kilometer aflegt en daar 4 uur over doet. Wat is dan de gemiddelde snelheid?

Slide 8 - Slide

Stel dat een auto 200 kilometer aflegt en daar 4 uur over doet. Wat is dan de gemiddelde snelheid?
F |      vgem= s / t

Slide 9 - Slide

Stel dat een auto 200 kilometer aflegt en daar 4 uur over doet. Wat is dan de gemiddelde snelheid?
F |      vgem= s / t
O | -

Slide 10 - Slide

Stel dat een auto 200 kilometer aflegt en daar 4 uur over doet. Wat is dan de gemiddelde snelheid?
F |      vgem= s / t
O | -
B | vgem= 200 / 4

Slide 11 - Slide

Stel dat een auto 200 kilometer aflegt en daar 4 uur over doet. Wat is dan de gemiddelde snelheid?
F |      vgem= s / t
O |     -
B |     vgem= 200 / 4
A+E| vgem= 50 km/h

Slide 12 - Slide

Een atleet loopt 500 meter in 50 seconden.
Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
10 m/s
B
0,1 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s

Slide 13 - Quiz

Van m/s naar km/h
Waarschijnlijk zegt de snelheid in meters per seconden je niet zo veel. Om snelheid uit te drukken gebruiken we vaak kilometer per uur.


Slide 14 - Slide

Snelheid omrekenen

Slide 15 - Slide

Waarom 3,6?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Snelheid omrekenen

Slide 25 - Slide

Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
60
B
1000
C
360
D
3600

Slide 26 - Quiz

Hoeveel meter past in een kilometer
A
10
B
100
C
1000
D
10000

Slide 27 - Quiz

Van m/s naar km/h
Als je van meter per seconde naar kilometer per uur wilt gaan, doe je de volgende berekening:
1. Als ik 1 meter in 1 seconde kan afleggen, kan ik  3600 meter in 3600 seconden afleggen. Dat is 3600 meter in 1 uur
2. 3600 meter is 3,6 kilometer. 
Als mijn snelheid 1 m/s is, beweeg ik met 3,6 km/h

Slide 28 - Slide

Snelheid omrekenen

Slide 29 - Slide

Sietse fietst met een snelheid van 5,5 m/s.
Hoeveel km/h is dat?
A
19,8
B
5,5
C
1,53
D
55

Slide 30 - Quiz

Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
30 km
D
1,5 km

Slide 31 - Quiz

Aan de slag
Wat: lees paragraaf 5.2 en maak de opdrachten 

Huiswerk: opgave 1 tm 9 van paragraaf 5.2 
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide