Herhaling H9

Herhaling H9
1 / 45
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhaling H9

Slide 1 - Slide

Onderdeel 1: 
F-hoeken, Z-hoeken en overstaande hoeken

Slide 2 - Slide

F-hoeken en Z-hoeken

Slide 3 - Slide

Overstaande hoeken

Slide 4 - Slide

Welke F-hoek hoort bij hoek A?
A
E1
B
D2
C
D1
D
E2

Slide 5 - Quiz

Welke hoeken zijn overstaande hoeken?

Slide 6 - Open question

Welke hoeken zijn
Z-hoeken?
Let op: er zijn meerdere antwoorden mogelijk

Slide 7 - Open question

Onderdeel 2: 
Driehoeken tekenen

Slide 8 - Slide

Stappenplan driehoek tekenen 1 zijde en 2 hoeken
  1. Maak een schets
  2. Teken het lijnstuk dat je weet, zet de letters erbij
  3. Teken de eerste hoek, en zet een boogje in die hoek. Maak de lijn lang genoeg
  4. Teken de tweede hoek, en zet een boogje in die hoek. Zorg ervoor dat deze lijn de andere lijn snijdt.
  5. Zet bij het snijpunt de letter
  6. NIET UITGUMMEN!!!!!

Slide 9 - Slide

Stappenplan driehoek tekenen 3 zijdes
  1. Maak een schets
  2. Teken het eerste lijnstuk, zet de letters erbij
  3. Teken een cirkel met je passerpunt in de eerste hoek, je passerpunt en je passerpotlood staan even ver uit elkaar als de lijn moet worden
  4. Teken een cirkel met je passerpunt in de tweede hoek, je passerpunt en je passerpotlood staan even ver uit elkaar als de lijn moet worden
  5. Zet bij het snijpunt van de cirkels de letter
  6. NIET UITGUMMEN!!!!!

Slide 10 - Slide



Teken een gelijkbenige driehoek PQR met PQ = PR = 5cm en QR = 7cm.

Slide 11 - Open question

Onderdeel 3: 
Vierhoeken tekenen

Slide 12 - Slide

Eigenschappen van de diagonalen

Slide 13 - Slide

Stappenplan vierhoeken tekenen
  1. Je start altijd met het tekenen van de diagonalen
  2. Kijk hierbij goed wat de eigenschappen van de diagonalen zijn!!
  3. Als je de diagonalen hebt getekend dan verbind je de uiteinden waardoor je een vierhoek krijgt 

Slide 14 - Slide

Teken een ruit KLMN met diagonaal
KM = 6 cm en diagonaal LN = 4 cm.

Slide 15 - Open question

Onderdeel 4: 
Oppervlakte

Slide 16 - Slide

Oppervlakte parallellogram

Slide 17 - Slide

Wat is de oppervlakte van de parallellogram?

Slide 18 - Open question


Wat is de oppervlakte van deze parallellogram?

Slide 19 - Open question

0

Slide 20 - Video

inlijsten
Bereken de oppervlakte van de gekleurde driehoek.

Slide 21 - Slide

inlijsten
De oppervlakte berekenen van een driehoek:

  1. opp = (zijde x hoogte):2
  2. opp = (3 cm x 2 cm) : 2 = 3 cm2

Slide 22 - Slide

Inlijsten van een figuur om de oppervlakte te bepalen
- Trek een rechthoek om de figuur en bereken de oppervlakte 
- Maak rechthoeken van alle rood/blauwe driehoeken en bereken de opp's
- Deel de opp's in 2 en trek de uitkomsten af van de opp van de grote rechthoek

Slide 23 - Slide

Bereken de oppervlakte.
   Opp grote rechth= 3 x 5 = 15 cm2                              Opp driehoek 3 = 3 x 2 : 2 = 3cm2
   Opp Driehoek 1    = 2 x 3 : 2 = 3 cm2                          Opp figuur = 15 -3 = 12 cm2
   Opp driehoek 2.  =  1 x 3 : 2  = 1,5 cm2


Slide 24 - Slide

Bereken de oppervlakte van ABC in cm² met gebruik inlijsten.

Slide 25 - Open question

Bereken de oppervlakte met inlijsten.

Slide 26 - Open question

Onderdeel 5: 
Hoeken berekenen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Bereken Hoek A1 en  Hoek C2

Slide 30 - Slide

Bereken Hoek A1 en  Hoek C2
Hoek A1: Hoek A is een rechte hoek en is dus 90°. Hoek A2 is 65°, dus hoek A1 is 90 – 65 = 25°

Hoek C2: In de grote driehoek zijn 2 kleine driehoeken te onderscheiden. De            driehoek A-B-C2 heeft dus ook een totaal aantal van 180°. Twee hoeken weet je al. Nu kan je de derde berekenen: 
180 – 45(hoek B) – 25 (hoek A1) = 110.
 Hoek C2 is dus 110°. 

Slide 31 - Slide

Deellijnen of bissectrice
Dat zijn lijnen die hoeken in 2 gelijke delen verdeelt

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Driehoek AED is gelijkbenig dus Hoek D = Hoek E1
Hoek E1 = Hoek 3 (verticale hoeken)=70 graden
Driehoek E3CB2= 180 graden
Hoek B2= 180 -80 -70= 30 graden 

hoek B12= 2x 30 = 60 graden

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Bereken hoek S4
Van vierhoek ABCD is AB evenwijdig met CD.
S is het snijpunt van de diagonalen.
AC de deellijn van hoek A .
hoek A = 64 en hoek D2 = 86 graden
Verder is en
AS=BS en DS=CS

Slide 36 - Open question

Bereken hoek D1
Van vierhoek ABCD is AB evenwijdig met CD.
S is het snijpunt van de diagonalen.
AC de deellijn van hoek A
hoek A = 64 en hoek D2 = 86 graden
Verder is en
AS=BS en DS=CS

Slide 37 - Open question

Bereken hoek C4 (met berekening)

Slide 38 - Open question

De berekening van
hoek C= 360-100-75-90=95 !
Schrijf de BEREKENING op van hoek P= ..................

Slide 39 - Open question

Hoek C2 is een rechte hoek. Hoe groot is hoek C1? Laat je berekening zien.

Slide 40 - Open question

Als je hoek A weet, kun je hoek D1 berekenen. Welke regel gebruik je?

Slide 41 - Open question

Bereken hoek C
berekening en antwoord

Slide 42 - Open question

7. Van parallellogram
is
Bereken de andere hoeken en
schrijf de berekening op.
S=122°
PQRS

Slide 43 - Open question

Bereken hoek B5
Geef je berekening

Slide 44 - Open question

Einde

Slide 45 - Slide