Les 19 NL

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les 19; Nederlands 1F.  24 juni.

1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
   
2. De vorige les
3. Belangrijk
4. Opwarmertje
5. Instructie
6. Zelfstandige verwerking
7. Thuisopdracht
8. Evaluatie

Inchecken. Jij & ik.

Hoe voel je je?

1. BLIJ, ENTHOUSIAST OF..
2. NORMAAL, RUSTIG OF..
3. MOE, NERVEUS OF..
4. .

Thuisopdracht.

Woordenschat 1F.

We gaan het gemaakte werk samen bespreken.

• Gynzy: Hakan was ziek. Het huiswerk is niet gemaakt.

De vorige les. 

Nederlands 1F.

Wekelijkse lesdoel(en):

• Ik vergroot mijn woordenschat door veel te lezen.
• Ik leer achter de betekenis van een woord te komen.
• Ik leer wat de opmaak van een tekst is.
• Ik leer wat verwijswoorden zijn.

Lesdoel(en) vorige les:

• Ik leer welke verschillende tekstdoelen er zijn.

• 764 : 4 =
• 990 : 2 =
• 2,5 x 0,95 =
• 88 x 0,07 =
• Omtrek / oppervlakte

GYNZY - Nieuwsbegrip - week 26 - tekst A.

1. Wat is de titel van de tekst?
2. Wat is de titel van het eerste tussenkopje?
3. Wat is het bijschrift?

Welke 3 tekstdoelen zijn er?

Welk tekstdoel past er bij een reclamefolder van de Kruidvat?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen

Welk tekstdoel past er bij een boek over zeehonden?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen

Opwarmertje.

Rebussen.

Lesdoel(en): 

• Ik oefen en vergroot mijn woordenschat.
  
• Ik leer hoe ik een rebus kan oplossen.  

GYNZY: Breinbrekers - Rebussen zomer - Oefening 4.

Let´s talk!

Is er nog iets dat we willen delen met elkaar?

Vanuit jou?

Hoe was je schooldag? Is er iets dat er nog in je hoofd zit wat je kwijt wilt?

Vanuit mij?

Instructie.

Nederlands 1F.

Wekelijkse lesdoel(en):

• Ik vergroot mijn woordenschat door veel te lezen.
  
• Ik leer achter de betekenis van een woord te komen.
• Ik leer wat de opmaak van een tekst is.
  
• Ik leer wat verwijswoorden zijn.

Lesdoel(en):

• Ik leer wat een hoofdonderwerp en deelonderwerpen van een tekst zijn.

Instructie.

Nederlands 1F.

Theorie:

Blz. 228 - 235.

Opdrachten: 1 - 3.

We doen het samen:

Opdracht 1, tekst 1.

Instructie.

Nederlands 1F.

Jij doet het na:

Opdracht 1, tekst 2+3; hardop-denkend.

Zelfstandige verwerking.

De opdrachten.

Jij doet het zelf:

Opdracht 2+3.

Beantwoord de volgende vragen in LessonUp.

Opdracht 2a 2b 2c 2d 2e 2f.

2a is .....
2b is .....
2c is .....

Opdracht 3a 3b 3c.

Zelfstandige verwerking.

De opdrachten nabespreken.

We bespreken de opdrachten na.

Was er een onderdeel die je lastig vond?

Evaluatie.

Les evalueren.

Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

Leg het in je eigen woorden uit en typ het.

Wat is een hoofdonderwerp?
Wat is een deelonderwerp?

.

.

Betekenis weken = Iets in een vloeistof leggen om te weken, bijvoorbeeld om het schoon of zacht te maken.

De volgende les.

Wat gaan we leren en oefenen?

De volgende les is een reguliere les/toetsles, waarbij de volgende lesdoel(en) centraal staan:

Lesdoel(en):

• Ik leer wat een hoofdgedachte van een tekst is.
• Ik leer de onderdelen van een formele brief.

Huiswerk.

Wat wordt er thuis geoefend?

GYNZY:

1. Methode - woordenschat - alfabetiseren.

Tijd over.

Laten we meer oefenen!

Doel(en):

• Ik vergroot mijn woordenschat.

GYNZY: Galgje.