2. De plaats op aarde en de temperatuur

Hoofdstuk 2
Weer + klimaat
Paragraaf 2. 
De invloed van de zon /  de plaats op de aarde en de temperatuur.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Weer + klimaat
Paragraaf 2. 
De invloed van de zon /  de plaats op de aarde en de temperatuur.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
BK KGT TH HV
  • Je weet hoe dag en nacht ontstaan
• Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen
• Je weet hoe seizoenen ontstaan
• Je kent het verschil tussen weer en klimaat

Slide 2 - Slide

Dag en nacht

Slide 3 - Slide

Weer 
= momentopname van de toestand van de atmosfeer

Kijkt naar:
    • temparatuur
    • neerslag
    • wind
    Klimaat
    = het gemiddelde weer berekend over 30 jaar

    Kijkt naar: 
    • zomertemperatuur
    • wintertemperatuur
    • neerslag in het jaar 

    Slide 4 - Slide

    Weer 
    - plaatselijk.
    - veranderlijk . 
    Klimaat 
    - gaat over een groot gebied.
    - geldt voor een lange periode (30 jaar).

    Slide 5 - Slide

    Atmosfeer
    Wordt ook wel dampkring genoemd
    10 km dikke luchtlaag rond de aarde 
    Welk verschil zie je tussen A en C?

    Slide 6 - Slide

    Bekijk de afbeelding.
    Welk stukje is warmer?
    geef nu twee redenen waarom het op de ene plek warmer is dan op een andere plek!

    Slide 7 - Slide

    Slide 8 - Slide

    de zon staat loodrecht op het noordelijk halfrond

    Slide 9 - Slide

    Slide 10 - Video

    Slide 11 - Slide

    Weer of klimaat?

    Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.
    A
    Weer
    B
    Klimaat

    Slide 12 - Quiz

    Het klimaat is ..........................
    A
    Het gemiddelde weer in een groot gebied
    B
    Het gemiddelde weer in een klein gebied

    Slide 13 - Quiz

    Het klimaat = het gemiddelde weer gemeten over...
    A
    5 tot 10 jaar
    B
    40 tot 50 jaar
    C
    30 tot 40 jaar
    D
    20 tot 25 jaar

    Slide 14 - Quiz

    Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
    A
    Het is het zelfde
    B
    Het weer is klimaat over een lange periode
    C
    Het klimaat is weer over lange periode
    D
    Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

    Slide 15 - Quiz

    Wat duurt langer
    A
    weer
    B
    klimaat

    Slide 16 - Quiz

    Wat is een verschil tussen weer en klimaat?
    A
    periode van meten
    B
    klimaat gaat over kleiner gebied
    C
    weer is de gemiddelde toestand van de lucht
    D
    weer gaat over neerslag en klimaat niet

    Slide 17 - Quiz

    BK en KGT. 
    Aan het werk in stilte.

    BK: H2§2 van je tekstboek (p. 40) , maak WB H2§2 BK (p. 32).
    KB: Maak de opdrachten van H2§2 (p. 96).

    Je gaat in stilte aan het werk. Begrijp je een opdracht, ga eerst verder met de volgende opdracht. Zodat je er later een vraag over kan stellen. 


    Slide 18 - Slide

    Breedteligging
    Breedteligging = de afstand van een plaats tot de evenaar.  



    Slide 19 - Slide

    Keerkringen 
    • Kreeftskeerkring
    • Evenaar
    • Steenbok
    Waarom zijn deze zo belangrijk?
    Waarom zijn deze keerkringen zo belangrijk? 

    Slide 20 - Slide

    Slide 21 - Video

    Breedteligging

    Slide 22 - Slide

    Welke relatie tussen luchtstreken en keerkringen?

    Slide 23 - Slide

    Wat bedoelen we met breedteligging?
    A
    Een cirkel die plaatsen van gelijke breedteligging verbindt
    B
    De plek waar de breedste rivier ligt
    C
    een cirkel die twee plaatsen met elkaar verbindt
    D
    De plek waar je een plaats kunt vinden.

    Slide 24 - Quiz

    Breedteligging zegt iets over hoe ver een plaats ligt ten opzichte van de evenaar.
    A
    Juist
    B
    Onjuist

    Slide 25 - Quiz

    De belangrijkste klimaatfactor is:
    A
    hoogte
    B
    invloed zee
    C
    wind
    D
    breedteligging

    Slide 26 - Quiz

    Breedteligging en temperatuur hebben niks met elkaar te maken
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 27 - Quiz

    Leerdoelen 
    BK KGT TH HV
    • Je weet hoe dag en nacht ontstaan
    • Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen
    • Je weet hoe seizoenen ontstaan
    • Je kent het verschil tussen weer en klimaat

    Slide 28 - Slide

    Wat moet je nu kunnen en kennen? 
    Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
    Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
    Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

    Slide 29 - Slide