onbegrepen gedrag quiz

Onbegrepen gedrag quiz
Na twee les weken en een tussenperiode van 8 weken is het tijd voor een quiz om het geheugen nog eens op te frissen!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Onbegrepen gedrag quiz
Na twee les weken en een tussenperiode van 8 weken is het tijd voor een quiz om het geheugen nog eens op te frissen!

Slide 1 - Slide

Hoeveel soorten dementie zijn er ongeveer?
A
40
B
30
C
50
D
55

Slide 2 - Quiz

Kunnen mensen met dementie nog nieuwe dingen leren?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Noem een methode om onbegrepen gedrag in kaart te brengen.

Slide 4 - Open question

Methodes zijn:
ABC-methode
GRIP
Geeltjes methode
Sta-op methode

Slide 5 - Slide

Wat heeft ieder mens nodig volgens Tom Kitwood? Wat staat er midden in de bloem?
A
Eten
B
Liefde
C
Elektronica
D
Seks

Slide 6 - Quiz

Wat is een gedragsprobleem
A
Gedrag dat vervelend is voor de verzorging
B
Gedrag of emotie die door zichzelf of de omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt gezien.
C
Gedrag dat je niet kunt tolleren
D
Gedrag dat iemand laat zien met een angststoornis.

Slide 7 - Quiz

Wat betekend coping?
A
De manier hoe iemand met problemen en stress omgaat.
B
Het gedrag die de ander kopieert van een andere cliënt of verzorging.
C
Een koppeling in de hersenen die wordt gemaakt door muziek.

Slide 8 - Quiz

Waar staat de ABC-methode voor?
A
Activiteit, Begin, Consistent
B
Activiteit, Bewegers, Consequenties

Slide 9 - Quiz

Wat betekend wilsbekwaam?

Slide 10 - Mind map

Wilsbekwaam
Op het moment dat er een besluit wordt genomen is de persoon in staat zijn eigen wil te bepalen. Iemand kan zijn wil duidelijk uiten in woord en geschrift. 

Slide 11 - Slide

Wat betekend WZD
A
Wet zorg en depressies
B
Wet op zorgbehoefte en dankbaarheid
C
Wet Zorg en Dwang
D
Wet op zorgverzekering en dwang.

Slide 12 - Quiz

Wet zorg en dwang 
De wet gaat over onvrijwillige zorg bij mensen met dementie. De wet bepaald of iemand zorg mag krijgen waar diegene geen toestemming voor gaf. 

Slide 13 - Slide

Wat betekend een zorg ondermijdende benadering?

Slide 14 - Open question

Wat betekend Apraxie
A
Dat iemand niet op het juiste woord kan komen
B
Dat iemand motorisch niet de juiste handeling kan verrichten
C
Het onvermogen om objecten te herkennen.

Slide 15 - Quiz

Wat kun je zeggen over vasculaire dementie?

Slide 16 - Open question

Vasculaire dementie
Bij vasculaire dementie kan het verloop geleidelijk of juist plotseling gaan. Personen met vasculaire dementie kunnen plotseling achteruitgaan door een beroerte of een reeks kleine beroertes (TIA’s).

Wat vaak vooral opvalt is dat men langzamer gaat denken, spreken en handelen.
Men kan zich moeilijker concentreren en moeilijker meerdere dingen tegelijk doen.
Naast de geestelijke achteruitgang kan iemand ook lichamelijke verschijnselen hebben, zoals wankeler of langzamer lopen.

Slide 17 - Slide

Wat kun je zeggen over Fronto temporale dementie?

Slide 18 - Mind map

Fronto temporale dementie
Een van de meest opvallende kenmerken van fronto-temporale dementie is dat deze ziekte al op relatief jonge leeftijd voorkomt. Het grootste deel van de mensen die de ziekte krijgt, is tussen de 40 en 60 jaar. 
Bij de gedragsvariant van FTD is te herkennen aan impulsiviteit, dwangmatigheid, ontremd gedrag en ongevoeligheid. Voorbeelden hiervan zijn:
Grenzeloos gedrag, geen rekening houden met anderen
Schrokkend en veel eten, soms niet meer kunnen stoppen
Ongepaste opmerkingen of grapjes
Plotseling grote uitgaven doen
Impulsieve beslissingen nemen
Geen initiatief tonen en geen interesse hebben in anderen


Slide 19 - Slide

Wat is de meest voorkomende soort dementie?

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Video

Start van de les!

Slide 22 - Slide