oefentoets thema 6 en 7

oefentoets thema 6 en 7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

oefentoets thema 6 en 7

Slide 1 - Slide

in een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

sprinkhanen en regenwormen zijn reducenten
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

welke organismen staan onderaan de voedselketen?
A
kleine insecten
B
groene planten
C
grote roofdieren
D
planteneters

Slide 4 - Quiz

welke stof komt vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen
A
stikstof
B
koolstofdioxide
C
methaan
D
ethanol

Slide 5 - Quiz

waardoor wordt het versterkte broeikaseffect veroorzaakt
A
uitstoot van koolstofdioxide
B
uitstoot van ozon
C
uitstoot van waterstof
D
uitstoot van ammoniak

Slide 6 - Quiz

wat is een gevolg van het versterkte broeikaseffect?
A
het gras groeit langzamer
B
verlaging van de dampkring
C
stijging van de zeespiegel

Slide 7 - Quiz

wat is een mogelijke oorzaak van verwoestijning?
A
klimaatverandering door uitstoot CO2
B
bemesting
C
verlaging van de temperatuur

Slide 8 - Quiz

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 9 - Quiz

Wat is niet een niveau van ecologie?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 10 - Quiz

Wat is ecologie
A
De studie naar relaties tussen organismen en hun milieu
B
De studie naar behoud van de natuur
C
De studie van economische factoren in de biologie
D
De studie naar een ecologisch verantwoord milieu

Slide 11 - Quiz


Hoe noem je het geheel van alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied? 
A
Ecosysteem
B
Ecologie
C
Abiotische factoren
D
Biotische factoren

Slide 12 - Quiz

Wat is een optimumkromme (denk aan thema ecologie)?
A
Die geeft een verband aan met een factor
B
Het heeft met biomassa te maken
C
Het is een biologisch evenwicht
D
Het is de overleving

Slide 13 - Quiz

De invloeden uit de levende natuur.
A
Ecologie
B
Biotische Factoren
C
Abiotische factoren

Slide 14 - Quiz

een voedselketen begint altijd met
A
autotrofe organismen
B
heterotrofe organismen

Slide 15 - Quiz

een vleesetende groene plant is
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 16 - Quiz

voorbeelden van reducenten zijn
A
bacterien en schimmels
B
kevers en pissebedden

Slide 17 - Quiz

een pioniersecosysteem heeft een grote biodiversiteit
A
huis
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

biomassa is
A
het toale gewicht van energierijke stoffen
B
een deel van de opgenome stoffen die als brandstof gebruikt worden

Slide 19 - Quiz

een ecosysteem is afhankelijk van
A
de heoveelheid abiotische factoren
B
de populaties in een levensgemeenschap
C
de biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Slide 20 - Quiz


A

Slide 21 - Quiz