§ 5 en §6

Ecologie
§ 5 Populaties
§ 6 Successie
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ecologie
§ 5 Populaties
§ 6 Successie

Slide 1 - Slide

Populatiegrootte

Optimale omstandigheden zorgt voor groei
*klimaat
*voedsel
*leefomgeving


Ongunstige omstandigheden zorgt voor afname



Slide 2 - Slide

Biologisch evenwicht

Slide 3 - Slide

Optimumkromme

Relatie tussen 2 factoren worden weergegeven in een diagram

Optimum: Ideale omstandigheden, hoogst haalbare

Slide 4 - Slide

Optimumkromme

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

waarmee begint een voedselketen altijd?
A
plant
B
dier

Slide 8 - Quiz

Staan op het einde van de voedselketen
A
producenten
B
reducenten
C
consumenten
D
Zowel A, B als C is goed

Slide 9 - Quiz

Ieder voedselweb op papier is een vereenvoudigde
weergave van de werkelijkheid.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren

Slide 11 - Quiz

Biologie:

Wat zijn reducenten?
A
Dieren
B
Mensen
C
Planten
D
Bacteriën/schimmels

Slide 12 - Quiz

In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

In een levensgemeenschap leven populaties van verschillende soorten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 15 - Quiz

Noem 4 factoren die samen het klimaat vormen
  • verband tussen 2 factoren
  • (bijvoorbeeld populatie groei bij een bepaalde temperatuur)

Slide 16 - Slide

Wat geef je weer met een optimumkromme?
  • verband tussen 2 factoren
  • (bijvoorbeeld populatie groei bij een bepaalde temperatuur)

Slide 17 - Slide

Het proces waarbij organismen zich aanpassen aan hun omgeving noem je...?
A
Ecologie
B
Charles Darwin
C
Survival of the fittest
D
Evolutie

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link

Vorming pioniersecosysteem

Slide 20 - Slide

Successie

pioniersecosysteem ---------------- climaxecosysteem
Verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap

Slide 21 - Slide

Aanpassingen van dieren



Dieren hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun omgeving zodat ze de grootste overlevingskans hebben


voorbeelden...



Slide 22 - Slide

Waterdieren
-Kieuwen en vinnen
-Gestroomlijnd

Slide 23 - Slide

Landdieren
-Stevige botten
-Poten (zoolgangers, topgangers, teengangers)

Slide 24 - Slide

Vogels
-Poten
-Snavels
-Veren

Slide 25 - Slide

0

Slide 26 - Video

Het beginstadium van successie
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 27 - Quiz

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 28 - Quiz

Welke dieren hebben een zwaarder skelet?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 29 - Quiz

Een pionierssysteem is het eindstadium van successie:
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 31 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
De snavel van vogels zijn aangepast aan voedsel
B
A en C zijn juist
C
De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving

Slide 32 - Quiz

Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 33 - Quiz

Huiswerk voor
Opdrachten §5 en § 6

Slide 34 - Slide