Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat zijn lidwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn werkwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?

1. de
2. slimme
3. het
4. leerling

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?

1. slimme
2. leerling
3. snapt
4. de

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. de
2. leerling
3. snapt
4. slimme

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?

1. snapt
2. de
3. leerling
4. slimme

Wat is een sterk werkwoord?

Wat is een zwak werkwoord?

1. lopen
2. fietsen
3. weten
4. schrijven

Vorige week .... mijn moeder met een opleiding. (beginnen)

Ik .... een nieuwe telefoon, omdat mijn oude stuk was. (kopen)

De auto's ..... niet, omdat hun accu's leeg waren. (starten)

Wat is de persoonsvorm:
Mijn neef rijdt graag in een Ferrari.

1. Mijn neef
2. rijdt
3. graag
4. Ferrari

Wat is de persoonsvorm:
Hij heeft haar geholpen op school.

1. Hij
2. heeft
3. geholpen
4. school

Wat is het onderwerp:
Vorige week gingen Lamiaa en Sabrin samen op vakantie.

1. gingen
2. vorige week
3. Lamiaa en Sabrin
4. op vakantie

Wat is het onderwerp:
Heb je nog lang gewacht?

1. Heb
2. je
3. lang
4. gewacht

Lidwoorden

De kleine woorden voor een zelfstandig naamwoord: 

de

 het

een

Zelfstandig naamwoord

Woord dat je in één keer snapt, het kan op zichzelf staan
je kan er een lidwoord voorzetten.

Mensen

Dieren 

Dingen

Plaatsnamen

Bijvoeglijk naamwoord

Voegt iets bij een zelfstandig naamwoord, daardoor wordt het duidelijker.

Werkwoorden

Doewoord,
deze woorden kunnen veranderen afhankelijk over wie het gaat. 

 Je kan er "ik, hij, wij, zij of  jullie" voor zetten. 

Bekendste vorm: persoonsvorm.

Hoe heet het belangrijkste werkwoord uit de zin?

1. doewoord
2. persoonsvorm
3. onderwerp
4. lidwoord

Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?

1. Vraagzin van maken
2. Tijd veranderen
3. Voorste woord kiezen
4. Hoeveelheid veranderen

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. Lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

De slimme leerling snapt de vraag.

Welk woord is de pv?

1. slimme
2. snapt
3. vraag
4. De

Hou oud ben jij?

Wat is de pv?

1. Hoe
2. jij
3. oud
4. ben

Voor straf werden van de drieëndertig mannen hun baarden afgeschoren.

wat is de pv?

1. afgeschoren
2. mannen
3. straf
4. werden

Je vindt de persoonsvorm op drie manieren

• Je maakt een vraagzin van de zin
•de tijd waarin de zin staat veranderen
• enkelvoud/meervoud veranderen

Een persoonsvorm is altijd een:

vorm van een werkwoord! Dus je kan het woord vervoegen. Ik, hij, wij ervoor zetten.

Voor volgende week:

Taak maken die in NUMO klaarstaat.