V3 - H4 formuleren incongruentie en onjuiste inversie

Nederlands
3 VWO
2 juni 2025
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
3 VWO
2 juni 2025

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Wat zijn incongruentie en onjuiste inversie?

  • Uitleg: incongruentie en onjuiste inversie met oefeningen
  • Maken: Cursus 6 Formuleren -   § 5 Incongruentie en onjuiste inversie
  • opdracht 1 t/m 4

Slide 2 - Slide

H4 formuleren
Doel: je kan incongruentie en onjuiste inversie herkennen en verbeteren. 

Incongruentie = onjuiste samenhang tussen de persoonsvorm en het onderwerp in de zin (op het gebied van getal of persoon). 
Onjuiste inversie = een fout op het gebied van de woordvolgorde in de zin (onderwerp - persoonsvorm, persoonsvorm - onderwerp). 

In H4 grammatica zinsdelen leerde je hoe je congruentie en inversie juist toepast. Bij formuleren leer je de fouten herkennen en verbeteren. 

Slide 3 - Slide




Wat is hier fout gegaan?
Is het incongruentie of foutieve inversie?
Hoe verbeter je dit?

Slide 4 - Slide

Incongruentie
  • Onderwerp en persoonsvorm moeten beide enkelvoud of beide meervoud zijn. Anders is er sprake van incongruentie.
  • Incongruentie leidt tot ongrammaticale zinnen. 
  • Je kunt incongruente zinnen verbeteren door de persoonsvorm in het juiste getal te zetten: enkelvoud of meervoud.  

Slide 5 - Slide

Incongruentie
Let op bij:
1. Onderwerpen die meervoud zijn, maar voor enkelvoud worden aangezien: media, politici, antibiotica, musea, etc. 
2. Onderwerpen die meervoud lijken, maar enkelvoud zijn vanwege de kern: Een groep wandelaars, een aantal jongens, een school vissen, de meerderheid van de leerlingen, etc.
3. Andere zinsdelen tussen de persoonsvorm en het onderwerp. Hierdoor raak je afgeleid van wat het eigenlijke onderwerp in de zin is. 
4. Het meewerkend voorwerp. Soms wordt het meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp aangezien. Kijk goed wie iets doet in de zin. 

Slide 6 - Slide

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 7 - Quiz

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 8 - Quiz

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 9 - Quiz

30 procent van de mensen zijn vaker zien dan twee keer per jaar.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 10 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie: Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Stappenplan inversie
1. Kijk of je te maken hebt met hoofdzin+hoofdzin (nevenschikkend) of hoofdzin+bijzin (onderschikkend). Hoofdzin+hoofdzin herken je aan de voegwoorden: en, maar, dus, of, want. 
2. Hoofdzinnen hebben altijd de volgorde onderwerp-persoonsvorm. Controleer of dit klopt, indien je te maken hebt met twee hoofdzinnen. 
3. Verbeter de zin indien nodig: draai persoonsvorm-onderwerp om. 

Slide 13 - Slide



1a * {Vanochtend hebben we urenlang in de kou en de regen gelopen} en {(–) waren (pv) we (ow) pas aan het einde van de middag weer opgewarmd.}.

Slide 14 - Slide

In zin 1a is in het tweede deel ten onrechte inversie toegepast, want op de plaats van het streepje kan niet vanochtend staan. Correct is zonder inversie:
1b {Vanochtend hebben we urenlang in de kou en de regen gelopen} en {we (ow) waren (pv) pas aan het einde van de middag weer opgewarmd.}

Slide 15 - Slide

Met inversie moet op de plaats van het streepje (zie zin 1a) een zinsdeel staan:
1c {Vanochtend hebben we urenlang in de kou en de regen gelopen} en {daardoor waren (pv) we (ow) pas aan het einde van de middag weer opgewarmd.}.

Slide 16 - Slide

Maken: 
Cursus 6 Formuleren - § 5 Incongruentie en onjuiste inversie
opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Slide