Les 3 - H4 formuleren incongruentie en onjuiste inversie

           LEZEN
timer
20:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

           LEZEN
timer
20:00

Slide 1 - Slide

H4 grammatica zinsdelen en formuleren
Doel:
 
- je kan incongruentie en onjuiste inversie herkennen en verbeteren. 

  • (In)congruentie = (on)juiste samenhang tussen de persoonsvorm en het onderwerp in de zin (op het gebied van getal of persoon). 
  • (On)juiste inversie = variatie in de woordvolgorde in de zin <-> een fout op het gebied van de woordvolgorde in de zin (onderwerp - persoonsvorm, persoonsvorm - onderwerp). 

Slide 2 - Slide

Verder deze les
  • Wat zijn incongruentie en onjuiste inversie?
  • Oefeningen met incongruentie en onjuiste inversie

Slide 3 - Slide




Wat is hier fout gegaan?
Is het incongruentie of foutieve inversie?
Hoe verbeter je dit?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Incongruentie
  • Onderwerp en persoonsvorm moeten beide enkelvoud of beide meervoud zijn. Anders is er sprake van incongruentie.
  • Incongruentie leidt tot ongrammaticale zinnen. 
  • Je kunt incongruente zinnen verbeteren door de persoonsvorm in het juiste getal te zetten: enkelvoud of meervoud.  

Slide 6 - Slide

Incongruentie
Let op bij:
  • 1. Onderwerpen die meervoud zijn, maar voor enkelvoud worden aangezien: media, politici, antibiotica, musea, etc. 
  • 2. Onderwerpen die meervoud lijken, maar enkelvoud zijn vanwege de kern: Een groep wandelaars, een aantal jongens, een school vissen, de meerderheid van de leerlingen, etc.
  • 3. Andere zinsdelen tussen de persoonsvorm en het onderwerp. Hierdoor raak je afgeleid van wat het eigenlijke onderwerp in de zin is. 
  • 4. Het meewerkend voorwerp. Soms wordt het meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp aangezien. Kijk goed wie iets doet in de zin. 

Slide 7 - Slide

Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 8 - Quiz

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 9 - Quiz

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 10 - Quiz

30 procent van de mensen zijn vaker zien dan twee keer per jaar.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 11 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie: Het blijkt dat de jeugd in ons land tamelijk veel alcohol drinken.
A
Congruentie
B
Incongruentie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Stappenplan inversie
  • 1. Kijk of je te maken hebt met hoofdzin+hoofdzin (nevenschikkend) of hoofdzin+bijzin (onderschikkend). Hoofdzin+hoofdzin herken je aan de voegwoorden: en, maar, dus, of, want. 
  • 2. Hoofdzinnen hebben altijd de volgorde onderwerp-persoonsvorm. Controleer of dit klopt, indien je te maken hebt met twee hoofdzinnen. 
  • 3. Verbeter de zin indien nodig: draai persoonsvorm-onderwerp om. 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
H4 Grammatica zinsdelen blz. 130-131: startopdr. + opdr. 1 en 2
H4 Formuleren blz. 134-135: startopdr. + opdr. 1 t/m 3

Slide 15 - Slide