3BB 3E Hoofdstuk 5 herhalen Mening argument conclusie

3E, goedemorgen!
Wat gaan we doen?
  1. Voorlezen
  2. Huiswerk nakijken
  3. Mededelingen
  4. Herhalen: mening, argument, conclusie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3E, goedemorgen!
Wat gaan we doen?
  1. Voorlezen
  2. Huiswerk nakijken
  3. Mededelingen
  4. Herhalen: mening, argument, conclusie

Slide 1 - Slide

Voorlezen
timer
10:00
Goedemorgen 3E

Slide 2 - Slide

Nakijken huiswerk
opdracht 4, 5, 6, en 7 van blz 186 en 187

Slide 3 - Slide

Let op!
Formatieve toets is vrijdag! 
Opdracht voor de recensie moet op 18 mei ingeleverd worden.
Dus; film kijken in de vakantie!
Uitdelen: bladen voor recensie 

Slide 4 - Slide

Zijn er vragen over de toets?
Leer de theoriestukken van hoofdstuk 5 van lezen, woordenschat, taalverzorging en spelling.

blz. 156 Lezen: Mening, argument, conclusie
blz. 174 Woordenschat: Overdrijving en ironie
blz. 180 Taalverzorging: Tussenletters
blz. 184 Taalverzorging: Werkwoordspelling





Slide 5 - Slide

Herhalen:
ik kan met behulp van signaalwoorden meningen, argumenten en conclusies herkennen en begrijpen

(lezen H5 blz 156 )

Slide 6 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord kondigt een argument aan?
A
namelijk
B
omdat
C
dus
D
concluderend

Slide 8 - Quiz

Feit, mening of argument?
Ik vind dat ieder kind voor een huisdier moet zorgen.
A
Mening
B
Argument
C
Feit

Slide 9 - Quiz

Feit, mening of argument
'Omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen.'
A
Feit
B
Argument
C
Mening

Slide 10 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Jip zegt: "Ik speel in het beste team!"
Sven zegt: "Want wij hebben de beste verdediging!
A
Jip: mening Sven: mening
B
Jip: argument Matthijs: argument
C
Jip: argument Sven: mening
D
Jip: mening Sven: argument

Slide 15 - Quiz

Standpunt of argument?
Omdat oude auto's heel vervuilend zijn, mogen ze niet meer in het centrum komen.

Omdat oude auto's heel vervuilend zijn is een ...
A
standpunt
B
argument

Slide 16 - Quiz

Wat zijn géén signaalwoorden voor een argument?
A
omdat - want
B
namelijk - immers
C
aangezien - bovendien
D
echter - daarentegen

Slide 17 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
want de docent is erg leuk.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

huiswerk
Bekijk alles voor de toets nog goed. 
blz. 156 Lezen: Mening, argument, conclusie
blz. 174 Woordenschat: Overdrijving en ironie
blz. 180 Taalverzorging: Tussenletters
blz. 184 Taalverzorging: Werkwoordspelling

Slide 19 - Slide