H1B- herhaling 6,8,10,12 & vragen stellen- 11.04.25


Nederlands ~ herhaling §6, 8, 10, 12 vragen stellen SO


H1B

11-04-2024

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson


Nederlands ~ herhaling §6, 8, 10, 12 vragen stellen SO


H1B

11-04-2024

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Stil lezen
  • Hw oefeningen §12 nakijken
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling §6
  • Woord-nappen
  • Als er tijd is: oefentoets §6, §8, §10, §12 / vragenrondje 

Slide 2 - Slide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Agenda
  • Stil lezen
  • Hw oefeningen §12 nakijken
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling §6
  • Woord-nappen 
  • Als er tijd is: oefentoets §6, §8, §10, §12/ vragenrondje

Slide 4 - Slide

Hw oefeningen §12 nakijken

Slide 5 - Slide

Agenda
  • Stil lezen
  • Hw oefeningen §12 nakijken
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling §6
  • Woord-nappen
  • Als er tijd is: oefentoets §6, §8, §10, §12/ vragenrondje

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord  
  • Aan het einde van de les kan ik het hulpwerkwoord en het zelfstandige werkwoord in een zin herkennen

Slide 7 - Slide

Agenda
  • Stil lezen
  • Hw oefeningen §12 nakijken
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling §6
  •  Woord-nappen
  • Als er tijd is: oefentoets §6, §8, §10, §12/ vragenrondje

Slide 8 - Slide

§6: Hulpwerkwoord (hww) & zelfstandig werkwoord (zww)
  • Pak  je schrift
  • Pak een pen
  • Doe het boek open op pagina 214
  • De datum vandaag is: 11-04-2025 

Slide 9 - Slide

  • Vaak staat er meer dan 1 werkwoord in de zin. 
      Een van die werkwoorden is het zww en de andere
      werkwoorden helpen het wg (werkwoordelijk gezegde) te       maken en zijn de hulpwerkwoorden (hww)
Mijn moeder heeft mijn brood gesmeerd.       
                      hww                        zww                     

Jip wil vanmiddag gaan voetballen.
      hww                   hww      zww
                       

Slide 10 - Slide

Voorbeelden:
Ik ga zwemmen.
   hww   zww

Ik zou gezwommen hebben.
    hww        zww            hww

Ik heb gisteren gezwommen.
    hww                        zww

Slide 11 - Slide

Agenda
  • Stil lezen
  • Hw oefeningen §12 nakijken
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling §6
  • Woordnappen
  • Als er tijd is: oefentoets §6, §8, §10, §12/ vragenrondje

Slide 12 - Slide

Woord-nappen

Slide 13 - Slide

Woord-nappen: opdracht in viertallen 
  • Deze opdracht doen we op het schoolplein
  • Jullie krijgen buiten allemaal twee gekleurde vellen met op ieder vel één woordsoort en per viertal krijgen jullie een opdrachtenblad
  • Iedereen heeft andere woordsoorten en ieder team heeft andere (zinsbouw)opdrachten
  • Nadat je de woorden van mij gekregen hebt plak je er eentje op je rug (je teamgenoten kunnen je daarbij helpen) en eentje op je borst
  • Ieder groepje kiest een plek op het schoolplein waar zij aan de opdrachten gaan werken
  • Ieder groepje kiest een teamnaam 
  • Dan begin je aan de opdrachten op het opdrachtenblad

Slide 14 - Slide

Spelopzet                                             1
  • De opdrachten op het opdrachtenblad bestaan uit:
- 3 zinsbouwopdrachten 
Voorbeeld: 
Maak een zin met de volgende woordsoorten: hww + zn-e + zww + bw 
- 1 inzicht vraag
Voorbeeld:
Wat valt je op als je naar de woorden in zin 1 kijkt?  


Slide 15 - Slide

Spelopzet                                             2
  • Hoe maak je de zinsbouwopdracht? Waar moet je deze woorden vandaan halen? 
  • Bij elkaar: jullie zoeken iemand (van je eigen team of een ander team) dat een woord op zijn/ haar rug of borst heeft dat overeenkomt met de woordsoort die jullie nodig hebben in de zin 
  • Daarna "kidnappen" jullie je klasgenoot en nemen hem/ haar mee naar jullie plek op het plein
  • Je zet je klasgenoot naast de andere klasgenoten/ woordsoorten op de goede plek in de rij/ zin
  •  Dan maak je een foto van "de zin" (jullie gaan dus afhankelijk van welk woord er gebruikt wordt met de ruggen of het gezicht naar de camera toestaan)
  • Als je de foto hebt geüpload dan keur ik hem eerst goed voordat hij op de Padlet komt te staan. Als hij geaccepteerd is door mij en dus ook te zien is op de Padlet dan pas heb je de zin goed! 
  • Pas als ik hem goedgekeurd heb mogen jullie verdergaan met de volgende vraag!
  • Pas als de foto gemaakt is mogen de woordsoorten weer terug naar hun eigen team! 
  • Als één van je teamleden gekidnapped is mag de rest van het team door met zinnen maken/ zoeken! 
  •  let op: als iemand al door iemand wordt meegenomen of al in een rij staat dan mag je die (nog) niet kidnappen! 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

!!! Let op !!!

  • Iedereen heeft andere woorden en ieder team heeft andere 'zinsbouwopdrachten'
  • Nadat je de woorden van mij gekregen hebt plak je ze op je rug en borst (je teamgenoot kan je daarbij helpen)
  • De woordsoorten in de zinsbouwopdrachten staan niet altijd op volgorde!   
  • De woorden zijn al vervoegd en kunnen niet veranderd worden. 
  • Er doen 6 woordsoorten mee: bw/ pers.vnw/ zn/ zww/ hww/ zn-e 
  • Het team dat als eerste de opdrachten klaar heeft en juist beantwoord heeft wint een prijs! 

Slide 19 - Slide

Agenda
  • Stil lezen
  • Hw oefeningen §12 nakijken
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling §6
  • Woord-nappen
  • Als er tijd is: oefentoets §6, §8, §10, §12/ vragenrondje

Slide 20 - Slide

Oefentoets §6, §8, §10, §12
Vragenrondje
  • Heb je geen vragen en wil je een oefentoets maken: ga je rechts in het lokaal zitten;
  • maak je de oefentoets stil en zelfstandig
  • Klaar? Kijk de toets na: de antwoorden staan in Magister bij 6 mei

  • Heb je wel vragen: ga links zitten en pak je schrift! 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide