2.2 Gemiddelde verandering

Maken 28 
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Maken 28 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Gemiddelde verandering
  • Bij tal van verschijnselen heb je te maken met verandering. 
  • Sommige veranderingen gaan langzaam, zoals het temperatuurverloop van het zeewater gedurende een jaar.
  • Andere veranderingen gaan veel sneller, bijvoorbeeld de verandering van de temperatuur van theewater dat zojuist is opgezet.

Slide 2 - Slide

Gemiddelde verandering
  • Bij allerlei veranderingen speelt de snelheid waarmee ze plaatsvinden een belangrijke rol.
  • Er zijn twee manieren om over snelheid te praten:
  • gemiddelde snelheid over een periode
  • snelheid op één moment.

Slide 3 - Slide

Gemiddelde verandering
  • Bij de snelheid op één moment kun je bijvoorbeeld denken aan de snelheid die je kunt aflezen op de snelheidsmeter van een auto of een scooter.
  • We gaan ons eerst bezighouden met gemiddelde snelheden.

Slide 4 - Slide

Gemiddelde verandering
  • In figuur 2.27 is op het interval [20, 30] de                        afgelede afstand ∆s = 9,5 - 5 = 4,5 km,
  • dus de gemiddelde snelheid op het interval                     [20,30]  is 4,5/10 = 0,45 km/minuut.
  • Je ziet dat je de gemiddelde snelheid op een interval krijgt door ∆s/∆t te berekenen.

Slide 5 - Slide

Gemiddelde verandering
  • De gemiddelde snelheid bij een                                                     tijd-afstandgrafiek is  ∆s/∆t.

Slide 6 - Slide

Gemiddelde verandering
  • In figuur 2.28 is het aantal inwoners van                                      een plaats uitgezet tegen de tijd.
  • Je ziet dat tussen 1990 en 2000 het                                         aantal inwoners is toegenomen van 14 000 tot 16 800.
  • De gemiddelde verandering in deze periode is                                                    ∆N/∆t = 2800/10= 280 inwoners per jaar 

Slide 7 - Slide

Gemiddelde verandering
  • ∆N/∆t is de gemiddelde verandering van N per tijdseenheid.
  • afspraak
  • Bij gemiddelde snelheden en gemiddelde veranderingen moet je de eenheid vermelden. 

Slide 8 - Slide

Aan het werk...
maken 29, 30, 31 + nakijken
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Differentiequotiënt bij grafiek
  • Zie figuur 2.32. 
  • Op het interval [2, 6] is ∆x = 6 - 2 = 4 en                                           ∆y = 3 - 1 = 2.
  • De gemiddelde verandering is  ∆y/∆x = 2/4 = 0,5.
  • ∆y/∆x heet het differentiequotient van y op het               interval [2, 6]. 

Slide 10 - Slide

Differentiequotiënt bij grafiek
  • Het differentiequotiënt ∆y/∆x op het interval                                 [2, 6] is de richtingscoëfficiënt van de lijn AB                                 in figuur 2.32.

Slide 11 - Slide

Differentiequotiënt bij grafiek
Het woord differentiequotiënt kun je als volgt begrijpen:
  • ∆y/∆x is een deling, dus een quotiënt
  • onder en boven de breukstreep staan verschillen en een ander woord voor verschil is differentie.

Slide 12 - Slide

Differentiequotiënt bij grafiek
Het differentiequotiënt van y op [xA, xB] is
  • de gemiddelde verandering van y op                                             [xA, xB]
  • de richtingscoëfficiënt ( ook wel helling)                                     van lijn AB
  • ∆y/∆x = yB - yA/xB - xA.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Zie figuur 2.33
a. Bereken de gemiddelde verandering van y                                     op [-2, 2].

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Zie figuur 2.33
b. Bereken het differentiequotiënt van y op                                   [2,4].

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Zie figuur 2.33
c. Voor welke p is het differentiequotiënt 
van y op [1, p] gelijk aan 1/3?

Slide 16 - Slide

Zijn er vragen over het huiswerk?
vierkant : 13, 14, 16, 17, 19, 21, 22, 23, 25, 26, 27 + nakijken
cirkel : 13, 14, 17, 19, 21, 22, 23, 25, 26, 27 + nakijken
ster : 13, 14, 17, 19, 21, 22, 24, 25, 27 + nakijken

Slide 17 - Slide


Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Aan het werk...
vierkant : 29, 30, 31, 32, 33, 34 + nakijken
cirkel : 29,30,31,32,33,34 + nakijken
ster : 29,30,31,34,35 + nakijken

Slide 22 - Slide

Huiswerk
vierkant : 29, 30, 31, 32, 33, 34 + nakijken
cirkel : 29,30,31,32,33,34 + nakijken
ster : 29,30,31,34,35 + nakijken
PTAweek H1 + H2.1 + H2.2

Slide 23 - Slide