Werkwoord connaitre

Connaître
kennen
1 / 6
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Connaître
kennen

Slide 1 - Slide

Connaître  - présent

je connais
tu connais
il/elle connaît
nous connaissons
vous connaissez
ils/elles connaissent
kennen - tegenwoordige tijd

ik ken
jij kent
hij/zij kent
wij kennen
u/jullie kennen
zij kennen

Slide 2 - Slide

connaître - passé composé

J'ai connu
tu as connu
il/elle a connu
nous avons connu
vous avez connu
ils/elles ont connu
kennen - voltooide tijd

ik heb gekend
jij hebt gekend
hij/zij heeft gekend
wij hebben gekend
u/jullie heeft/hebben gekend
zij hebben gekend

Slide 3 - Slide

Connaître - imparfait
Regel:
stam nous-vorm + uitgang
je connaissais
tu connaissais
il/elle connaissait
nous connaissions
vous connaissiez
ils/elles connaissaient
kennen - verleden tijd


ik kende
jij kende
hij/zij kende
wij kenden
u kende/jullie kenden
zij kenden

Slide 4 - Slide

connaître - futur simple
Regel=stam + avoir uitgang

je connaîtrai
tu connaîtras
il/elle connaîtra
nous connaîtrons
vous connaîtrez
ils/elles connaîtront
kennen - toekomende tijd
alleen Frans - Nederlands

ik zal kennen
jij zult kennen
hij/zij zullen kennen
wij zullen kennen
jullie/u zult kennen
zij zullen kennen

Slide 5 - Slide

Maken:
Opdracht 26

werkboek of online

leren voca F

Slide 6 - Slide