Oefeningen inversie

Welke zin is juist?
A
Mijn familie in Afghanistan woont.
B
In Afghanistan woont mijn familie?
C
In Afghanistan mijn familie woont.
D
In Afghanistan woont mijn familie.
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welke zin is juist?
A
Mijn familie in Afghanistan woont.
B
In Afghanistan woont mijn familie?
C
In Afghanistan mijn familie woont.
D
In Afghanistan woont mijn familie.

Slide 1 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Bhavesh in de discotheek danst.
B
Danst Bhavesh in de discotheek?
C
In de discotheek danst Bhavesh.
D
In de discotheek Bhavesh danst.

Slide 2 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Achter de krokodil het konijn staat.
B
Het konijn staat achter de krokodil?
C
Achter de krokodil staat het konijn.
D
Staat achter de krokodil het konijn.

Slide 3 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Op de tafel ligt het boek.
B
Het boek op de tafel ligt.
C
Op de tafel het boek ligt.
D
Op de tafel het boek ligt?

Slide 4 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Om 19:00 ik eet pizza.
B
Om 19:00 eet ik pizza.
C
Eet om 19:00 ik pizza?
D
Eet ik om 19:00 pizza?

Slide 5 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Serhii woont twee maanden in België?
B
Twee maanden woont Serhii in België.
C
Woont in België Serhii twee maanden?
D
Twee maanden Serhii woont in België.

Slide 6 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Maandag de boot vaart naar Spanje.
B
Maandag vaart de boot naar Spanje
C
De boot maandag vaart naar Spanje.
D
Naar Spanje de boot vaart maandag.

Slide 7 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Geen leven kippen in de zee.
B
Kippen in de zee leven geen.
C
In de zee leven geen kippen.
D
In de zee geen kippen leven.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is juist?
A
In januari gaan de leerlingen naar een nieuwe school.
B
In januari de leerlingen gaan naar een nieuwe school.
C
Naar een nieuwe school de leerlingen gaan in januari.
D
De leerlingen in januari naar een nieuwe school gaan.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Op woensdag schrijft Karam een liefdesbrief.
B
Een liefdesbrief Karam schrijft op woensdag.
C
Op woensdag een liefdesbrief schrijft Karam.
D
Op woensdag Karam schrijft een liefdesbrief.

Slide 10 - Quiz

Zet de woorden in de goede volgorde. Begin bij de grote letter.  
1
2
3
4
Om 8 uur
zij
vertrekt
naar school

Slide 11 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde. Begin bij de grote letter.  
1
2
3
4
In Gent
Kristina en Natalia
winkelen
graag

Slide 12 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde. Begin bij de grote letter.  
1
2
3
4
In de pauze
ik
eet
mijn boterhammen

Slide 13 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde. Begin bij de grote letter.  
1
2
3
4
5
Wanneer
jij
ga
zwemmen
?

Slide 14 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde. Begin bij de grote letter.  
1
2
3
4
In de namiddag
wij
hebben
vrij

Slide 15 - Drag question