H1 Krachten Gebruiken - 1.1 Hefbomen gebruiken

  • Boeken en schrift open voor je 
  • Telefoon in de telefoontas (16:30)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • Boeken en schrift open voor je 
  • Telefoon in de telefoontas (16:30)

Slide 1 - Slide

wie ben ik
Daan Hak 
dha@laurenslyceum.nl
vaak bij 208 in de buurt 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen ?
- Voorstellen 
- Regels 
- Les doelen 
- Uitleg plus een stukje herhalen klas 2
- Huiswerk
- Classroom 

Slide 3 - Slide

leerdoelen 1.1
  • kan je de formule Fz=m*g toepassen 
  • leer je wat een hefboom en een draaipunt is.
  • weet je waar de spierkracht en waar de werkkracht word geleverd 

Slide 4 - Slide

  • Elastische/plastische vervorming, wat is het ?
  • wat zijn de drie regels van krachten tekenen ?
  • aangrijpingspunt, richting van de kracht pijl, lengte geeft de kracht aan.
  • Fz = m * g
  • F=C*u
  • somkracht 
Stof uit klas 2 

Slide 5 - Slide

Wat ging hier mis?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat is een kracht?
Krachten kun je niet zien -> Je kunt wel de gevolgen zien horen of voelen. 

Het Symbool van kracht is F en de eenheid van kracht is Newton  (N)

Krachten kun je meten met veerunster. 

Slide 8 - Slide

Wat is zwaartekracht

Slide 9 - Open question

De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde op een voorwerp 

Het symbool voor zwaartekracht is Fz

Slide 10 - Slide

een kracht teken je met een pijl. 

met pijl teken je  Grootte, Richting en aangrijpingspunt van kracht

Een pijl teken je altijd op schaal.       
1cm = ..... N 

Slide 11 - Slide

Zwaartekracht berekenen
voor het berekenen van zwaartekracht gebruik je de volgende formule: 

Fz = m . g 

Fz =  de zwaartekracht in newton (N) 
m = massa in kilogram (kg)
g = Gravitatieconstante en is 9,81  newton per kilogram (N/kg) 

Slide 12 - Slide


Fz = 120 N en lengte van pijl is 3 cm. Welke krachtschaal is hier gebruikt. 
A
1 cm = 30 N
B
1 cm = 40 N
C
1 cm = 50 N
D
1 cm = 60 N

Slide 13 - Quiz

een tas heeft een gewicht van 120 N. Hoe zwaar is deze tas ongeveer
A
10 kg
B
11 kg
C
12 kg
D
13 kg

Slide 14 - Quiz

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • : gevraagd                                             Fz Pieter  = ? 
  • : gegevens                                            m = 87 kg  en g = 9,81 
  • : Formule                                               Fz = m x g 
  • : Invullen                                                Fz = 87 x 9,81 
  • : Rekenen (Antwoord)                        Fz = 853,5 
  • : Eenheid                                                Fz = 853,5 N

Slide 15 - Slide

de zwaartekracht van de tas is 120 N. Bereken de massa van de tas en rond af op 1 decimaal

Slide 16 - Open question

Wat is een hefboom?

Slide 17 - Open question

Hefboom
met een hefboom vergroot je 
jouw spierkracht

3 kenmerken: 
  1. draaipunt
  2. een kort uiteinde waar werkkracht aangrijpt
  3. een lang uiteinde waar de spierkracht aangrijpt. 

Slide 18 - Slide

aan de slag
Opdrachten 1.1.  (1,4,5,6,9,10,11)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide