H1 - §1.1: Hefbomen gebruiken

H 1 - Krachten gebruiken
§1.1 - Hefbomen gebruiken
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H 1 - Krachten gebruiken
§1.1 - Hefbomen gebruiken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je leert....

  • wat hefbomen zijn 
  • hoe je ermee werkt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Grootheid
symbool
eenheid
symbool
Wat hoort bij wat?
1
2
3
4
kracht
F
newton
N

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat is zwaartekracht

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Een kracht tekenen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Op elk voorwerp
werkt de zwaartekracht

Fz
Fz = m * g
g = 9,81 N/kg  of  m/s2
m = massa in kg

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een tas heeft een gewicht van 120 N. Hoe zwaar is deze tas ongeveer
A
10 kg
B
11 kg
C
12 kg
D
13 kg

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. 
Noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • Gevraagd:                     Fz Pieter  = ? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. 
Noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • Gevraagd:                     Fz Pieter  = ? 
  • Gegevens:                    m = 87 kg  en g = 9,81 N/kg

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. 
Noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • Gevraagd:                     Fz Pieter  = ? 
  • Gegevens:                    m = 87 kg  en g = 9,81 N/kg
  • Formule:                      Fz = m x g  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. 
Noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • Gevraagd:                     Fz Pieter  = ? 
  • Gegevens:                    m = 87 kg  en g = 9,81 N/kg
  • Formule:                      Fz = m x g 
  • Berekening:                Fz = 87 x 9,81  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. 
Noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • Gevraagd:                     Fz Pieter  = ? 
  • Gegevens:                    m = 87 kg  en g = 9,81 N/kg
  • Formule:                      Fz = m x g 
  • Berekening:                Fz = 87 x 9,81 
  • Antwoord:                   Fz = 853,5 N 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe langer de pijl, hoe groter de kracht is.
bijvoorbeeld 1 cm      10 N (krachtenschaal).
Dan 4 cm     .....

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fz = 15 N en lengte van pijl is 3 cm. Welke krachtschaal is hier gebruikt.
A
1 cm = 3 N
B
1 cm = 5 N
C
1 cm = 10 N
D
1 cm = 15 N

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Noem voorbeelden van gereedschappen met een hefboom

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Op welke plek hoef je de
minste kracht uit te oefenen
om de steen omhoog te krijgen?
A
plek 1
B
plek 2
C
plek 3
D
maakt niets uit

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is de eenheid van kracht F?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

spierkracht
werkkracht
arm Lspier

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Soms wil je kracht verkleinen
Waar zit hier het draaipunt?  
En de werkkracht?  
En de spierkracht?
Werkkracht Fwerk
Spierkracht Fspier

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

arm Lspier
arm Lwerk
Werkkracht Fwerk
Spierkracht Fspier

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

lengte a en lengte b noem je de arm  L
Lspier en Lwerk en die druk je uit in meter (m)

Als Lspier 3x zo groot is als Lwerk dan is de spierkracht 3x kleiner dan werkkracht 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De arm
De 'arm' van de kracht is de afstand tussen de kracht en het draaipunt

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

De arm
'De arm van de kracht is de kortste afstand van het draaipunt tot de 'werklijn' van de kracht'
werklijn

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De arm Lspier is 20 cm.
De arm Lwerk is 4 cm
Hoeveel keer groter is Lspier?
A
80
B
5
C
4
D
24

Slide 30 - Quiz

Lspier / Lwerk = 20 / 4 = 5x
Aan de slag!
Lezen §1.1 uit je boek

Maak de opgaven;
1, 3,  4, 5, 6, 7, 8, 9

kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars



Zs

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Als je iets zwaars wil verplaatsen, moet je dan zorgen voor een lange of korte arm?
A
Lang
B
Kort

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

de zwaartekracht van de tas is 120 N. Bereken de massa van de tas en rond af op 1 decimaal

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Het symbool voor zwaartekracht is
A
F
B
Fz
C
Fv
D
Fs

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de formule voor de zwaartekracht
A
F = m/g
B
F = m + g
C
F = m·g
D
F = m - g

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Op een voorwerp van 1 kg werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,1 N
B
0,981 N
C
10 N
D
9,81 N

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de zwaartekracht op een tennisbal van 56 gram?
A
548,8 N
B
5,7 N
C
0,549N
D
0,57N

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het aangrijpingspunt van de zwaartekracht?
A
zwaartepunt
B
gewichtspunt
C
aantrekkingspunt

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de plek waarop de kracht werkt?
A
Het aangrijpingspunt
B
Het draaipunt
C
De arm van de kracht
D
De hefboom

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Stelling:
Hefbomen hebben altijd een draaipunt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Het draaipunt zit bij punt
A
P
B
Q
C
R

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Een skateboarder wil zijn
board weer op vier wielen zetten.

Welke letter geeft de plaats
van het draaipunt van het
skateboardt het best weer?
A
B
C
D

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions






               Welke hefboom geeft de meeste kracht? 
A
Hefboom A
B
Hefboom B
C
Hefboom C
D
geen van alle

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van een hefboom?
A
Een hefboom is een krachtversterker
B
Een hefboom is een krachtverslapper
C
Een hefboom is een grotere arm

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Je kunt...
  • uitrekenen hoe groot de zwaartekracht op een voorwerp is;
  • een werklijn van een kracht tekenen;
  • minstens vijf voorbeelden van gereedschappen met een hefboom noemen;
  • bij een hefboom het draaipunt, de spierkracht, de werkkracht en de armen van de krachten tekenen, rekening houdend met de werklijn van de kracht;
  • bij een hefboom herkennen of de spierkracht of de werkkracht het grootst is.




Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Ja dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll

This item has no instructions