All Right 1BK words Unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

What does 'trousers' mean in Dutch?

1. hemdje
2. trui
3. broek
4. passen bij

What does 'to hurry' mean in Dutch?

1. snel
2. opschieten
3. te laat
4. durven

What does 'often' mean in Dutch?

1. na
2. vaak
3. gedurfd
4. oven

What does 'boots' mean in Dutch?

1. laarzen
2. boten
3. korte broek
4. gestreept

What does 'grey' mean in Dutch?

1. oud
2. graag
3. donker
4. grijs

Hoe vertaal je 'fel' naar het Engels?

1. glow
2. few
3. fur
4. bright

Hoe vertaal je 'paars' naar het Engels?

1. pink
2. purple
3. jumper
4. paw

Hoe vertaal je 'vroeg' naar het Engels?

1. morning
2. hurry
3. early
4. quick

Hoe vertaal je 'hemdje' naar het Engels?

1. hill
2. dress
3. tank top
4. match

Hoe vertaal je 'goedkoop' naar het Engels?

1. cheap
2. enough
3. expensive
4. dangerous

What does 'village' mean in Dutch?

1. boef
2. stad
3. dorp
4. bezienswaardigheid

What does 'near' mean in Dutch?

1. dichtbij
2. naar
3. nu
4. maat

Wat is 'vrijdag' in het Engels?

Wat is 'dinsdag' in het Engels?

Wat is 'augustus' in het Engels?

Wat is 'juni' in het Engels?

Wat is 'eerste' in het Engels?